132 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Ten derde benadrukt de studie de rol van de bredere economische context waarin migratie plaatsvindt. De relatie tussen migratie en sociaal beleid is niet lineair en is afhankelijk van factoren als economische groei, werkloosheid en arbeidsmarktonzekerheid. Een veelbelovende richting voor toekomstig beleid is de uitbreiding van actief arbeidsmarktbeleid, dat niet alleen bijdraagt aan het economische concurrentievermogen van nationale economieën, maar ook gevoelens van baanonzekerheid kan verminderen door het aanpassingsvermogen van werknemers te versterken. Voor toekomstig onderzoek identificeert de dissertatie enkele veelbelovende richtingen. Ten eerste is er behoefte aan een meer gedifferentieerde benadering van migratiecategorieën—zoals arbeidsmigratie, gezinshereniging, studentenmigratie, pensioenmigratie en asielmigratie—omdat elk van deze typen mogelijk verschillende beleidsimplicaties en maatschappelijke en politieke reacties oproept. Zo leiden arbeidsmigranten uit MOE-landen tot andere dynamieken dan migranten uit andere EU-regio’s. Ten tweede verdient het interactie-effect tussen het ontwerp van sociale programma’s en immigratie meer aandacht. In hoeverre is de politieke weerstand tegen immigratie groter in landen waarin sociale uitkeringen voornamelijk uit de algemene middelen worden gefinancierd? Bieden werknemersverzekeringen die vanuit premies worden gefinancierd meer standvastigheid tegen “welfare chauvinism’’? Beide vragen zijn nog niet voldoende onderzocht en zijn essentieel om te begrijpen hoe welvaartsinstituties zich ontwikkelen onder demografische druk. Vergelijkend empirisch onderzoek dat systematisch deze dynamieken onderzoekt tussen landen en beleid kan hier belangrijke inzichten opleveren. Ten derde is de rol van vaardigheden onder migranten en de invloed daarvan op de generositeit van de verzorgingsstaat van belang. Politiekeconomische modellen voorspellen dat laag- en hooggeschoolde migratie verschillende effecten hebben op beleidsvorming, maar het empirische bewijs hiervoor is beperkt. Betere gegevens, met name op macroniveau zoals representatieve gegevens over de verdeling van vaardigheden en opleidingsniveau binnen verschillende typen migranten, zijn noodzakelijk om deze hypothesen te toetsen. Tot slot vormen de structurele kenmerken van de arbeidsmarkt — zoals de opkomst van precaire arbeid, duale arbeidsmarkten en de platformeconomie — een veelbelovend onderwerp voor toekomstig onderzoek naar de relatie tussen migratie en hervormingen van de welvaartsstaat. Migranten bevinden zich vaak in marginale of onzekere arbeidsposities, wat vragen oproept over hoe evoluerende arbeidsmarktinstituties de inclusiviteit van welvaartssystemen zullen beïnvloeden. Ook integratiebeleid verdient hierbij aandacht, aangezien dit op de lange termijn bepalend kan zijn voor
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw