123 Nederlandse samenvatting Conclusie Met in totaal zeven experimenten en drie surveys kunnen we bevestigen dat media cues impulsaankoopdrang en/of -gedrag kunnen beïnvloeden. We hebben positieve kleine tot middelgrote effecten van phygital cues en mvo advertising cues gevonden, met respectievelijke self-agency en moral justificatie als zelf-inferentie processen die deze effecten verklaren. We hebben geen effect gevonden van gemedieerde mindfulness cues op impulsaankopen. Deze dissertatie draagt op ten minste drie manieren bij aan de literatuur over impulsaankopen. Ten eerste door het effect van drie hedendaagse media cues te onderzoeken die voortkomen uit drie maatschappelijke ontwikkelingen (phygital cues, mvo advertising cues, en gemedieerde mindfulness cues). Hoewel eerdere studies erop wijzen dat dergelijke cues mogelijk invloed kunnen uitoefenen op gedrag, waren de effecten van deze cues op impulsaankopen niet eerder empirisch onderzocht. Ten tweede biedt deze dissertatie inzicht in de zelf-inferentie processen die relevant zijn voor (onderzoek naar) impulsaankopen. We laten zien dat self-agency en moral justificatie impulsaankopen kunnen stimuleren. Daarnaast wordt er beargumenteerd waarom zelfpresentatie bias een reëel risico vormt in onderzoek naar impulsaankopen. Door de zelf-inferentie processen mee te nemen in ons onderzoek naar impulsaankopen bouwen we voort op de opmerking van Pham et al. (2017), waaruit blijkt dat interne (zelf-inferentie) processen die van belang zijn voor het begrijpen van impulsaankoopdrang en -gedrag nog ondermaats begrepen worden. Tot slot draagt deze dissertatie ook bij aan de literatuur over impulsaankopen door de methodologische keuzes die gemaakt zijn. Zo wordt in twee van de drie empirische hoofdstukken daadwerkelijk impulsaankoopgedrag gemeten. In veel studies naar impulsaankopen wordt enkel impuls aankoopdrang of de impulsaankoop trait gemeten. Gedrag is nog relatief weinig onderzocht in studies naar impulsaankopen. Naast de wetenschappelijke relevantie van deze dissertatie, bieden de uitkomsten van onze studies ook een potentiële praktische relevantie voor verschillende stakeholders, zoals retailers, mvo’s, consumenten en het milieu. Retailers en mvo’s kunnen profiteren van de kennis die het eerste en tweede empirische hoofdstuk voortbrengen. Hierin wordt beargumenteerd hoe impulsaankoopdrang middels interactieve schermen verhoogt kan worden (eerste empirische hoofdstuk) en dat een investering in sociaal verantwoordelijke initiatieven hun concurrentiepositie kan verbeteren als zij hier op de juiste manier over communiceren (tweede empirische hoofdstuk). Het derde empirische hoofdstuk is relevanter voor consumenten en het milieu, gezien hier onderzocht wordt of mindfulness kan helpen om impulsaankopen terug te dringen. Het terugdringen van impulsaankopen is vaak in het belang van 1) de consument omdat deze aankopen vaak indruisen tegen persoonlijke doelen (e.g., Skelton & Allwood, 2017); en 2) het milieu aangezien overconsumptie leidt tot onnodige uitstoot (Boersma, 2020). Op basis van dit derde empirische hoofdstuk kan niet worden geconcludeerd dat mindfulness invloed heeft op impulsaankopen (positief noch negatief). Daarom moedigen we andere onderzoekers aan om verder onderzoek te doen naar het terugdringen van impulsaankopen en ethische overwegingen in onderzoek naar impulsaankopen mee te nemen.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw