Thesis

249 Appendices A voor klinische onderzoeken. Hoe maten van cerebrale doorbloeding hierbij kunnen helpen, is nog niet duidelijk. Neuronale schade: cerebrale doorbloeding De exacte rol en temporele dynamiek van cerebrale doorbloeding bij de ziekte van Alzheimer zijn nog niet volledig helder. In onze studie veranderde cerebrale doorbloeding niet gedurende de twee jaar durende follow-upperiode. Hoewel we aannamen dat veranderingen in cerebrale doorbloeding optreden tussen tau accumulatie en atrofie in de pathofysiologische ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer, en dus verwachtten dat er veranderingen in cerebrale doorbloeding zouden optreden, toonde een recente studie aan dat veranderingen in cerebrale doorbloeding een laat pathologisch fenomeen is dat optreed na accumulatie van tau pathologie en atrofie [10]. Het kan dus zijn dat veranderingen in de cerebrale doorbloeding nog niet hebben plaatsgevonden, aangezien deze later in de pathofysiologische cascade optreden. Een ander onderzoek waarin de relatie tussen longitudinale perfusiemetingen en tau pathologie (zoals gemeten met PET) werd beoordeeld, vond een gebrek aan overlap tussen afnemende perfusie en toename van tau pathologie, wat ook duidt op een vertragingsfase tussen deze twee processen [49]. Dit kan ook het geval zijn in onze studie, aangezien tau pathologie over tijd wel veranderde, terwijl cerebrale doorbloeding (nog) niet veranderde. Een andere mogelijkheid is dat veranderingen in cerebrale doorbloeding plaatsvinden in tegengestelde neurobiologische richtingen (dat wil zeggen stijgingen versus dalingen) op individueel niveau, wat degeneratieve of compenserende reacties op pathologie representeert. Omdat de richting van verandering tussen individuen kan verschillen (meer of minder cerebrale doorbloeding; zoals werd waargenomen in onze studie en die van anderen [18, 19]), kunnen ze elkaar mogelijk op groepsniveau opheffen, wat leidt tot het ontbreken van gemiddelde effecten of veranderingen. Inzicht in wanneer en in welke richting veranderingen in cerebrale doorbloeding optreden kan selectie van individuen mogelijk maken voor mogelijke (behandelings)interventies in klinische onderzoeken. Of dynamische [18F]flortaucipir PET beeldvorming de meest optimale manier is om cerebrale doorbloeding te meten, zou kunnen worden betwist, gezien cerebrale doorbloeding zoals verkregen uit de tau PET ook slechts een proxy vertegenwoordigt. Parameters voor cerebrale doorbloeding afgeleid van bijvoorbeeld arteriële spin labeling (ASL), MRI of [15O] water PET vertegenwoordigen directere metingen van cerebrale doorbloeding, maar vereisen bij tau PET onderzoeken aanvullende scanprocedures wanneer vergeleken met het gebruik van de cerebrale doorbloeding-meting afgeleid van de tau PET scan. Ook is het momenteel niet bekend in welke mate cerebrale doorbloeding afgeleid van tau PET en meer direct gemeten cerebrale doorbloeding (afgeleid van ASL MRI of

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw