Thesis

245 Appendices A Methodologische toepassingen van [18F]flortaucipir PET Het feit dat tau pathologie een belangrijke pathologische factor is bij de ziekte van Alzheimer staat buiten kijf en het anti-tau-therapielandschap ontwikkelt snel. Momenteel zijn er meerdere onderzoeken gaande die gericht zijn op het veranderen van de translationele modificatie van tau, tau-immunotherapie, tau-aggregatieremmers, en op de productie van tau en het verminderen van intracellulaire tau-niveaus. Tau PET-markers kunnen bijdragen aan het optimaliseren van dergelijke clinical trials door de juiste deelnemers te selecteren, bewijs te leveren van de beoogde betrokkenheid van tau pathologie en de behandeleffecten te monitoren [1]. Er moeten echter enkele uitdagingen worden aangepakt voordat tau PET zijn volledige potentie bereikt. Sommige van deze uitdagingen hebben betrekking op methodologische aspecten van tau PET, die moeten worden aangepakt om de impact ervan te optimaliseren. Tau PET acquisitieprotocollen In de context van acquisitieprotocollen is een voor de hand liggende vraag of (en wanneer) dynamische of statische protocollen moeten worden gebruikt. Hoewel statische acquisitieprotocollen verschillende praktische voordelen hebben vergeleken met dynamische acquisitieprotocollen (zoals computationele eenvoud en beperkte patiëntlast), hebben onderzoeken met PET-tracers voor amyloïd pathologie aangetoond dat parameters verkregen uit dynamisch scans kwantitatief nauwkeuriger zijn [2, 3]. Gezien de toepassing van tau PET in klinische onderzoeken, waarbij tau PET een cruciale rol speelt bij het evalueren van bijvoorbeeld de werkzaamheid van geneesmiddelen, is kwantitatieve nauwkeurigheid essentieel. De toepasbaarheid van dynamische tau PET in de context van de ziekte van Alzheimer wordt echter belemmerd door de lange (dwz 110 minuten dynamische versus ~ 20 minuten statische) acquisitietijd. Om deze beperkende factor van de acquisitietijd aan te pakken, hebben we in hoofdstuk twee onderzocht of het dynamische acquisitieprotocol verkort kon worden, met behoud van de kwantitatieve nauwkeurigheid. We vonden dat voor [18F]flortaucipir de pauze in het dual-time-window-protocol kon worden verlengt en daarmee de totale scantijd naar slechts 50 minuten (vroeg interval van 0-30 minuten, daarna een koffiepauze, gevolgd door een laat interval van 80-30 minuten). 100 min) verkort kon worden zonder dat daarmee concessies gedaan werden betreft de kwantitatieve nauwkeurigheid. Het optimaal verkorte dual-time-window-protocol (0–30/80–100 min) maakt een voldoende nauwkeurige schatting van de tau-niveaus mogelijk, terwijl de belasting voor de patiënt wordt verminderd en maakt interleaved scannen (waarbij andere patiënten de camera kunnen gebruiken tijdens de pauze in het scanprotocol) mogelijk. Een onderzoek naar amyloïd tracers heeft eveneens aangetoond dat de introductie van een pauze

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw