211 Nederlandse samenvatting Impact van moreel beraad op moreel vakmanschap van gevangenismedewerkers Hoofdstuk 5 beschrijft hoe de ontwikkelde MVV werd gebruikt om de impact van een reeks van 10 MB-bijeenkomsten op het MV van gevangenismedewerkers te meten. Zoals eerder vermeld gebruikten we drie interventielocaties, en drie controlelocaties: met medewerkers die wel of niet deelnamen aan MB. We vergeleken de resultaten van in totaal 915 vragenlijsten tussen a) de twee meetmomenten (voor en na de reeks van MB-bijeenkomsten) en b) de interventie- en controlelocaties. Er was een positieve ontwikkeling in sommige elementen van MV – te zien bij 7 van de 70 items – bij het vergelijken van de items in de voor- en nameting van de interventiegroepen. Bijvoorbeeld, scoorden gevangenismedewerkers hoger na de reeks MB-bijeenkomsten op items over het stellen van vragen over het ‘waarom’ van acties van collega’s of leidinggevenden. MB-deelnemers gaven – na de reeks MB-bijeenkomsten, en significant meer dan in de controlegroepen – ook meer aan dat ze de ‘tools’ ontvingen om om te gaan met moreel uitdagende situaties, én dat ze het gemakkelijker vonden om met dergelijke situaties om te gaan. Ook spreken MB-deelnemers na de reeks – zo zien wij in de verhoogde item score in de vergelijking met de voor- en nameting – vaker hun leidinggevende aan wanneer die iets doet dat in hun ogen niet juist is. Voor veel items zagen we echter weinig of geen statistisch significante verschillen tussen voor- en nametingen binnen de interventielocaties, of tussen de controle- en interventielocaties. De resultaten van deze studie toonden een gedeeltelijk positieve impact van MB op MV, maar lieten vooral zien dat er een noodzaak bestaat tot het door ontwikkelen van dit type onderzoek. Dat kan door het uitvoeren van meer empirische onderzoek (‘fieldtests’) en de validatie van de MVV. Het aantonen van veranderingen door MB bleek uitdagend; niet alleen omdat deze studie exploratief was en de interventie MB een complexe interventie is, maar ook door omstandigheden die het moeilijker maakten om de impact op medewerkers te meten. Zo kregen we te maken met sluitingen van twee gevangenislocaties die onderdeel uitmaakten van ons onderzoek, een ervaren hoge werkdruk door medewerkers die onder andere druk op de planning van het onderzoek gaf. Ook moesten MB en MV zich verhouden tot de sterke invloed die protocollen en hiërarchische structuren hebben binnen DJI. Deze studie toont eerste resultaten waarin we zien dat MB het MV van professionals positief beïnvloedt. Dit maakt verdere investeringen in de implementatie van MB, en het onderzoek ernaar, binnen DJI relevant.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw