Thesis

321 Nederlandse samenvatting NL sociaal netwerk. Het is waarschijnlijk dat burgers hierdoor minder tijd beschikbaar hebben voor andere vormen van informele zorg (Broese van Groenou & de Boer, 2016). Verder kunnen stigmatiserende gedachten en overtuigingen ten aanzien van mensen met psychiatrische problemen en crimineel gedrag het aanbod van vrijwilligers in de forensisch psychiatrische zorg belemmeren (Mezey et al., 2016). Gelet op het voorgaande is het aan te bevelen dat de overheden burgers aanmoedigen en ondersteunen om deel te nemen aan informele zorg voor forensisch psychiatrische patiënten. Burgers zouden bijvoorbeeld geïnformeerd kunnen worden over de potentiële bijdrage die zij kunnen leveren aan de geestelijke gezondheidszorg en veiligheid in de samenleving en beloond kunnen worden met financiële en/of loopbaanvoordelen (Broese van Groenou & de Boer, 2016; Klug et al., 2018). Tot slot vereist de ontwikkeling en implementatie van informele sociale netwerkinterventies in de forensisch psychiatrische zorg een langdurige inzet van meerdere stakeholders (d.w.z. GGZ-instellingen, informele zorginstellingen, onderzoeksinstellingen, patiënten en burgers), waarvoor structurele financiering noodzakelijk is. Conclusie In dit proefschrift werd de effectiviteit van een sociale netwerkinterventie naast standaard forensische zorg op behandeluitkomsten bij forensisch psychiatrisch ambulante patiënten onderzocht. De bevindingen bevestigen dat sociale netwerkinterventies effectief kunnen zijn in het verbeteren van ondersteunende sociale netwerken en behandeluitkomsten bij psychiatrische patiënten. Voor forensisch psychiatrische ambulante patiënten zijn sociale netwerkinterventies, waarbij coachende vrijwilligers uit de maatschappij een ondersteunende relatie aangaan en sociale activiteiten ondernemen met patiënten, haalbaar en veelbelovend voor het verminderen van de opnameduur en crimineel gedrag. Samenvattend, wijzen de bevindingen in dit proefschrift op de toegevoegde waarde van een samenwerkingsparadigma tussen forensisch psychiatrische (of formele) zorg en informele zorg door coachende vrijwilligers, daar een dergelijke samenwerking de potentie heeft om behandeluitkomsten van patiënten met complexe problemen en zorgbehoeften te verbeteren. Hierbij is echter gebleken dat de mate van deelname of betrokkenheid van patiënten bij de interventie over het algemeen een uitdaging vormde. Het is daarom van belang rekening te houden met de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed waren op de mate van betrokkenheid om de implementatie van sociale netwerkinterventies in de forensische psychiatrische zorg te optimaliseren. Daarnaast is toekomstig onderzoek nodig om vast te stellen welke patiënten de meeste baat hebben bij sociale netwerkinterventies en welke typen sociale netwerkinterventies het beste aansluiten bij individuele patiënten – vervolgonderzoek naar effectieve gepersonaliseerde interventies – om de effectiviteit van sociale netwerkinterventies in de forensische psychiatrische zorg beter te begrijpen en te optimaliseren.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw