Thesis

319 Nederlandse samenvatting NL ken van sociale netwerken beschikbaar (hoofdstuk 2). Hoewel er op dit moment nog geen duidelijke beste optie naar voren is gekomen, is het aan te bevelen om interventies af te stemmen op de sociale behoeften en bestaande hulpbronnen van individuele patiënten (Beckers e.a., 2022; Heaney & Israel, 2008). Ten tweede, met betrekking tot de forensische psychiatrische zorg, kan gezien de positieve bevindingen in dit proefschrift voor een bredere implementatie van informele sociale netwerkinterventies in de forensische psychiatrische zorg worden gepleit. Daarnaast laten de bevindingen zien dat de implementatie van een informele interventie in de forensisch ambulante zorg, hoewel uitdagend, mogelijk is. Tot op de dag van vandaag worden patiënten door professionals van een forensisch ambulante zorginstelling in Amsterdam verwezen naar de informele zorg en wordt er maandelijks ongeveer één patiënt aan een coachende vrijwilliger gekoppeld. Dit geeft aan dat een duurzame implementatie in de klinische praktijk mogelijk is. Ten derde, om de implementatie te bevorderen, wordt geadviseerd om rekening te houden met belemmeringen op patiëntniveau die worden gerelateerd aan behandeltrouw, zoals de bereidheid, vaardigheden, attitudes en andere zorgbehoeften, doelen en prioriteiten van patiënten (hoofdstuk 4). Verder wordt aanbevolen om de behoeften van een patiënt op het gebied van het sociaal netwerk en de eerdergenoemde belemmeringen op patiëntniveau herhaaldelijk gedurende de behandeling te beoordelen en te monitoren, daar deze in de loop van de tijd kunnen veranderen (Priebe et al., 2020). Natuurlijk kunnen de belemmeringen in de klinische praktijk niet volledig worden uitgesloten, daarom raden we op basis van de opgedane ervaringen in dit onderzoek voorzichtig aan om informele sociale netwerkinterventies over een lange periode uit te voeren (minstens 12 maanden), zodat coachende vrijwilligers en patiënten voldoende tijd krijgen om een ondersteunende band te ontwikkelen. Verder wordt, zoals in eerder onderzoek bepleit, een flexibele aanpak aanbevolen om rekening te houden met een mogelijk turbulent verloop van interventietrajecten, dat op basis van het huidige onderzoek verwacht kan worden bij forensische patiënten (Burn et al., 2020; Priebe et al., 2020). Daarnaast kunnen de bevindingen in dit proefschrift ook beleidsmakers in de geestelijke gezondheidszorg aanmoedigen aan om sociale netwerkinterventies op te nemen in klinische richtlijnen voor de behandeling van patiënten met complexe en chronische psychiatrische problemen. Tegelijkertijd pleiten we voor investeringen in grondig vervolgonderzoek in de klinische praktijk om de beste aanpak voor individuele patiënten verder te ontwikkelen en te bepalen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw