310 Appendices rensisch psychiatrische patiënten. Vervolgens onderzochten we de resultaten van de RCT met behulp van zowel kwalitatieve als kwantitatieve methoden om respectievelijk inzicht te krijgen in de ervaringen van deelnemers en de effectiviteit van de sociale netwerkinterventie bij forensisch psychiatrische patiënten te onderzoeken. Gelet op de COVID-19 pandemie die het onderzoek doorkruiste en de veelbesproken negatieve invloed van de COVID-19 maatregelen op eenzaamheid en sociale steun bij psychiatrische patiënten evenals de beschikbaarheid van geestelijke gezondheidszorg, onderzochten we de invloed van de maatregelen op sociale relaties van forensische patiënten die deelnamen aan de RCT tijdens de COVID-19 pandemie (Hoffart et al., 2020; Sheridan Rains et al., 2021). Bevindingen In hoofdstuk 2 zijn de resultaten van de systematische review en meta-analyse, waarin 33 klinische studies (29 RCT’s en vier quasi-experimentele studies) werden geïncludeerd, uiteengezet. De review heeft geleid tot een overzicht van de effectiviteit van interventies gericht op sociale netwerkversterking in het dagelijks leven van patiënten op een breed scala aan sociaal netwerk uitkomsten en andere behandeluitkomsten bij psychiatrische patiënten. Daarnaast werden potentiële moderatoren van behandeleffecten onderzocht. We vonden kleine tot medium effecten van sociale netwerkinterventies op samengestelde uitkomsten van kenmerken van het sociaal netwerk, te weten: het positief sociaal netwerk en de positieve sociale steun, alsook het algemeen functioneren, de mate van behandeltrouw en-gebruik in de geestelijke gezondheidszorg en uitkomsten van middelengebruik, te weten: het aantal dagen middelengebruik en de mate van abstinentie. Er werden echter geen significante effecten gevonden op andere samengestelde behandeluitkomsten, zoals het psychiatrisch functioneren, psychologisch functioneren en crimineel gedrag. Verder vonden we aanwijzingen voor een moderatie-effect van geslacht en de timing van het meetmoment. Het behandeleffect op de uitkomst psychiatrisch functioneren was groter in groepenmet relatief meer vrouwelijke patiënten. Het effect op algemeen functioneren was het grootst op follow-up metingen (d.w.z. metingen die na de eindmeting zijn plaatsvonden), terwijl het effect op behandeltrouw en -gebruik het grootst was op eindmetingen (d.w.z. de eerste meting na afronding van de interventie). Ondanks de bescheiden effecten die we vonden, concluderen we dat deze effecten als betekenisvol beschouwd dienen te worden, aangezien sociale netwerkinterventies veelal werden onderzocht als aanvulling op standaardbehandeling bij psychiatrische populaties met complexe problemen. De resultaten suggereren dat een focus op versterking van het sociaal netwerk als aanvulling op behandeling in de geestelijke gezondheidszorg behandeluitkomsten bij psychiatrische patiënten kan verbeteren. Hierbij viel op dat er weinig klinische trials zijn verricht naar de effectiviteit van sociale netwerkinterventies bij forensische psychiatrische patiënten, het-
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw