591108-Bekkers

96 Hoofdstuk 3 Om de Discours Ethiek te kunnen begrijpen in de kritische interpretatie moet een discours volgens Benhabib gezien worden als een ‘moreel-transformatieve ervaring’ (Benhabib 1986, 338). Dit houdt in dat een discours juist gericht is op het ontwikkelen van een nieuw zelf-begrip. Als in een discours het zelf-begrip van mensen niet verandert, is het niet waarschijnlijk dat mensen in relevante conflicten overeenstemming bereiken. De Discours Ethiek is bedoeld als échte dialoog tussen belanghebbenden, niet als een gedachtenexperiment of exclusief overleg van vertegenwoordigers met een modern zelf-begrip. Dit betekent dat niet voor alle deelnemers een modern zelf-begrip kan worden verondersteld. Wél kan het discours een proces zijn waarin mensen hun zelf-begrip transformeren, bijvoorbeeld richting een modern zelf-begrip, zoals Habermas met zijn rationaliseringstheorie betoogt. Door een praktisch discours te interpreteren als een moreel-transformatief proces wordt het zelf-begrip van mensen onderdeel van het praktisch discours. Ofwel, de subjectieve dimensie van geldigheidsclaims, de waarachtigheid van spraakhandelingen, wordt een thema in het discours, en blijft niet langer beperkt tot ethisch zelfonderzoek. Benhabib drukt het als volgt uit (waarin ‘need interpretations’ als aanduiding van zelf-begrip kan worden gelezen): “Thus, the insistence that “universalizable need interpretations” move into the center of moral discourse is not simply a further evolution of such a [universalistic] perspective; it entails a utopian break with it, or what I have named its “transfiguration”. “Inner nature is moved into a utopian perspective”, in the sense that its contents, our needs and affects, become communicatively accessible (…). The utopia of a society in which association is attained without domination – justice- and socialization without superfluous repression – happiness – moves to the fore.” (Benhabib 1986, 336) De utopie die Benhabib beschrijft gaat erover dat mensen door hun zelf-begrip in de dialoog te brengen samen een samenleving vormgeven waarin eenieder tot uitdrukking kan brengen wie hij of zij is (rechtvaardigheid), maar ook hun eigen zelf-begrip verder ontwikkelen en ontdekken wat authentiek voor hen is, los van dwingende sociale verwachtingen (geluk). Dat klinkt als een situatie waarin ook rechtvaardige en stabiele oplossingen voor IRMC’s kunnen worden onderscheiden. De vraag is dan hoe een discours een moreel-transformatieve ervaring kan zijn en wat dan een rechtvaardige en stabiele oplossing zou zijn. 3.3.3 Conclusie en vooruitblik In dit hoofdstuk heb ik laten zien dat Habermas’ Discours Ethiek niet in staat is om stabiele en rechtvaardige oplossingen van IRMC’s te onderscheiden. Om dat wel te kunnen is de Discours Ethiek afhankelijk van een moderne ethische aanname dat universele morele normen prioriteit krijgen boven particuliere waarden. Hier kan bij IRMC’s niet van uit worden gegaan. Wel heb ik laten zien dat het moreel rationeel is om gecommitteerd te zijn aan rationele overeenstemming in IRMC’s. De uitkomsten die de Discours Ethiek oplevert op basis van dat commitment botsen kritische interpretatie is deze idealisering niet nodig en staat juist het ontwikkelen van kennis van eigen behoeftes, ofwel het verfijnen van het eigen zelf-begrip centraal.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw