591108-Bekkers

92 Hoofdstuk 3 Een partij schikt zich gelet op de dominante invloed van de ander. De uitkomst is ook niet stabiel, omdat een verandering in machtsverhoudingen aanleiding geeft tot heropening van de onderhandelingen. De invloed van machtsverhoudingen kan beperkt worden door onderhandeling te kanaliseren aan de hand van spelregels (zoals politieke instituties), waarover overeenstemming is bereikt in een praktische discours (Habermas 1992, 166–67). Indien een onderhandeling plaatsvindt volgens deze spelregels, dan zou de uitkomst alsnog als rechtvaardig kunnen gelden. Stabiliteit zou gewaarborgd kunnen worden door het onderhandelingsresultaat in te bedden in een rechtssysteem, waardoor naleving van de overeenkomst afgedwongen kan worden (Habermas 1992, 106–7). De optie van onderhandeling voegt weinig toe aan het onderscheiden van stabiele en rechtvaardige oplossingen in IRMC’s. Onderhandeling blijkt in het geval van IRMC’s vaak niet benut te worden door conflictpartijen. Dit is ook te begrijpen gezien wat er op het spel staat. De fundamentele waarden die voor partijen op het spel staan zijn essentieel voor het zelf-begrip van beide partijen. Het lijkt niet mogelijk te onderhandelen over wie je bent. Zelfs als onderhandelen over wie je bent conceptueel begrijpelijk kan worden gemaakt, is het de vraag of partijen in een praktisch discours over de spelregels voor onderhandeling tot overeenstemming zullen komen. Partijen zullen voor spelregels pleiten die ervoor zorgen dat zij hun identiteit volledig kunnen uitdrukken, en dat is precies waar het conflict over gaat.118 Conclusie De Discours Ethiek kan een stabiele en rechtvaardige oplossing voor IRMC’s onderscheiden als partijen hun commitment aan universele morele normen prioriteit geven boven hun commitment aan (particuliere) fundamentele waarden. Dit is een ethische aanname, die in het geval van IRMC’s juist niet vervuld is. Het kenmerk van een IRMC is dat partijen vasthouden aan wat ze essentieel achten voor wie ze zijn, en universele morele normen niet per se prioriteit geven. Habermas heeft wel een visie op een maatschappelijk rationaliseringsproces waarin een leefwereld gevestigd wordt waarin deze ‘moderne ethische’ aanname vervuld is. Gegeven de vele IRMC’s is dat rationaliseringsproces tenminste nog niet vervuld. In zo’n situatie van pluralisme is de Discours Ethiek volgens Habermas slechts van toepassing op een beperkt aantal morele kwesties. op naar de te stellen inhoudelijke voorwaarden (de axioma’s). Verschillen in identiteit of fundamentele waarden kunnen tot verschillende redeneringen leiden voor de te stellen axioma’s. Aangezien de axioma’s de modelmatige/ wiskundige representaties zijn van morele uitgangspunten is deze situatie niet uit te sluiten. Daarnaast, zelfs als de axioma’s eenduidig kunnen worden bepaald, of in een praktisch discours kunnen worden overeengekomen, dan moet het zelf-begrip van betrokkenen nog steeds mee transformeren met de uitkomst van het axiomatisch onderhandelingsresultaat. Aangezien het in een IRMC over fundamentele waarden gaat die mensen als essentieel beschouwen voor wie ze zijn lijkt een wiskundige optimalisatie hoe rationeel ook niet voldoende (zie ook paragraaf 3.3.1). 118 Als er toch politieke instituties worden opgericht om conflicten op te lossen of tenminste beheersbaar te houden, dan ontstaat dezelfde situatie als bij Politiek Liberalisme. De noodzaak om tot besluiten te komen leidt tot het invoeren van besluitvormingsmechanismen. Hoe zorgvuldig deze ook zijn, ten aanzien van IRMC’s zullen partijen zich beperkt voelen in hun zelf-expressie. Dit leidt tot dezelfde problemen als in paragraaf 2.2.2 zijn onderscheiden voor Politiek Liberalisme.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw