72 Hoofdstuk 3 of ‘onwaar’ kunnen zijn voor iedereen, en niet kunnen worden gereduceerd tot bijvoorbeeld de uiting van gevoelens. Net als voor Rawls is de uitdaging voor Habermas om het cognitieve karakter van zijn morele theorie te onderbouwen zonder een beroep te doen op traditionele (religieuze) autoriteiten of ongerechtvaardigde intuïties (Habermas 1983a, 54–55). Het basisidee van de Discours Ethiek is dat rechtvaardigheid gebaseerd kan worden op een rationele overeenstemming die tot stand komt in een echte dialoog. Anders dan Politiek Liberalisme gaat de Discours Ethiek niet uit van een idealiserend gedachtenexperiment (zoals de originele positie) en stelt de Discours Ethiek geen beperkingen aan de redenen of argumenten die in het debat naar voren gebracht mogen worden (zoals alleen ‘publieke’). Eenieder kan met al zijn of haar argumenten deelnemen aan de dialoog om door overeenstemming te bepalen wat rechtvaardig is. Identiteitsverschillen worden dus niet buiten het debat gehouden, maar volledig geïncludeerd in de uitwisseling van argumenten. Belangrijk hierbij is dat niet elke overeenstemming over wat als rechtvaardig beschouwd wordt, ook rechtvaardig hoeft te zijn. Een bereikte overeenstemming geldt als ‘rechtvaardig’74 als de dialoog die tot deze overeenstemming leidde bestaat uit een argumentatieproces volgens bepaalde condities. Deze condities definiëren wanneer er sprake is van ‘argumentatie’. Alvorens in paragraaf 3.2 het succes van Discours Ethiek voor het oplossen van IRMC’s te beoordelen, zal ik in deze paragraaf de Discours Ethiek reconstrueren. 3.1.1 Communicatieve rationaliteit Habermas beoogt een rationele basis te geven voor het oplossen van morele mengingsverschillen en conflicten. Het is dan ook relevant om te begrijpen wat hij onder ‘rationaliteit’ verstaat. Habermas ontwikkelt een breder begrip van rationaliteit dan de wijdverbreide conceptie van rationaliteit als instrumenteel of strategisch.75 Dit bredere begrip van rationaliteit noemt hij ‘communicatieve rationaliteit’. Omdat binnen strategische rationaliteit het realiseren van het eigen doel voorop staat, is deze verbreding interessant voor het onderscheiden van oplossingen van IRMC’s. Er is immers sprake van een conflict omdat beide partijen erop gericht zijn het eigen doel, namelijk het tot uitdrukking brengen van de eigen identiteit, voorop te stellen. Een breder begrip van rationaliteit zou de patstelling wellicht kunnen doorbreken.76 Dit bredere begrip van rationaliteit kan begrepen worden door in te zien dat taalhandelingen (ofwel het doen van een uitspraak) een ‘handeling-coördinerende’ rol vervullen (Habermas 1981b, 174; 1983a, 58–59; 1983c, 134). Bijvoorbeeld, als iemand een bepaalde uitspraak voor 74 Habermas gebruikt meestal het begrip ‘right’ (‘juist’) om morele normen of oordelen te kwalificeren. Ik beschouw de Engelse woorden ‘right’ en ‘just’, en de Nederlandse woorden ‘juist’ en ‘rechtvaardig’ in dit proefschrift als synoniemen. 75 Indien een instrumentele actie ook rekening houdt met overtuigingen of aannamen ten aanzien van het gedrag van andere mensen die van invloed zijn op het realiseren van de intentie van de actor, dan noemt Habermas dit een ‘strategische actie’ (Habermas 1981b, 285). 76 Joseph Heath laat in zijn boek Communicative Action and Rational Choice overtuigend zien dat in veel situaties het niet mogelijk is op basis van strategische rationaliteit een ‘evenwicht’ te bepalen. Een evenwicht houdt in dat beide partijen geen reden hebben om voor een ander handelingsalternatief te kiezen. Strategisch handelende conflictpartijen kunnen daardoor hun conflict niet stabiel oplossen (Heath 2001, 130–35). Zie ook paragraaf 3.2.3.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw