591108-Bekkers

71 Hoofdstuk 3 Argumenteren vanuit identiteitsverschillen: Discours Ethiek In hoofdstuk 2 heb ik laten zien dat het niet mogelijk is een stabiele en rechtvaardige oplossing te onderscheiden voor identiteitsgerelateerde morele conflicten (IRMC) door een strategie van het privatiseren van identiteitsverschillen. In dit hoofdstuk zal ik een oplossingsstrategie verkennen waarbij identiteitsverschillen besproken kunnen worden in een rationeel argumentatieproces. Een invloedrijke invulling van deze denklijn is Jürgen Habermas’ ‘Discours Ethiek’. In paragraaf 3.1 reconstrueer ik de hoofdlijnen van Habermas’ denken over Discours Ethiek (DE) in het licht van het oplossen van IRMC’s. In paragraaf 3.2 verken ik of de Discours Ethiek benut kan worden bij het onderscheiden van een rechtvaardige en stabiele oplossing voor identiteitsgerelateerde morele conflicten. Dit doe ik aan de hand van een voorbeeld in de vorm van het Nederlandse debat over Zwarte Piet. Ik zal laten zien dat de Discours Ethiek er weliswaar in slaagt de problemen van Politiek Liberalisme te voorkomen, maar desondanks niet in staat is rechtvaardige en stabiele oplossingen voor IRMC’s te onderscheiden. Oorzaak hiervoor is de wijze waarop Habermas ethische en morele commitments onderscheidt. Omdat de filosofie volgens Habermas niets te zeggen heeft over ethische commitments, is de Discours Ethiek afhankelijk van een specifieke ethische aanname, ofwel conceptie van het goede, die (in IRMC’s) niet gerechtvaardigd is. In paragraaf 3.3 onderzoek ik wat de gevolgen zijn van het accepteren dan wel loslaten van deze aanname. Het blijkt dat een oplossing alleen mogelijk is als de identiteit van mensen mee-transformeert in het vinden van een oplossing, ofwel een discours is dan een ‘moreeltransformatief’ proces. De Discours Ethiek acht transformaties van identiteit weliswaar mogelijk, maar conceptualiseert deze niet. 3.1 Habermas’ Discours Ethiek De oorsprong van de Discourse Ethiek wordt vaak toegeschreven aan Karl-Otto Apel met zijn boek Transformation der Philosophie (Apel 1973). In de decennia daarna krijgt de Discours Ethiek zijn meest invloedrijke vorm in verschillende publicaties van Jürgen Habermas (Habermas 1976; 1981b; 1981a; 1983c; 1993b; 1996a; 1996b). Habermas’ politieke uitwerking van de Discours Ethiek vormt een belangrijke inspiratiebron voor het denken over deliberatieve democratie. Verschillende auteurs bouwen constructief(-kritisch) op zijn denken voort (Benhabib 1986; Rehg 1994; Heath 2001). De Discours Ethiek is net als Rawls’ Politiek Liberalisme een theorie in de traditie van Kant. Dit betekent dat Habermas een theorie beoogt te formuleren waarin morele oordelen cognitief en universeel kunnen worden begrepen. Dit wil zeggen dat morele oordelen ‘waar’ 3

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw