65 Privatiseren van identiteitsverschillen: Politiek Liberalisme Het anti-perfectionistische project behelst dat geen enkele conceptie van het goede op voorhand verheven is boven andere, ook niet een politiek-liberale conceptie van het goede. Rawls neemt een politiek-liberaal zelf-begrip als uitgangspunt en concludeert tot een politiekliberaal concept van rechtvaardigheid. Dat is regelrecht circulair, zonder rechtvaardiging. Een laatste poging om aan de circulariteit te ontsnappen is door een rechtvaardiging te geven voor de Rechtvaardigheidsprincipes zonder het politiek-liberale zelf-begrip te veronderstellen, maar met behulp van Rawls’ idee van een reflectief equilibrium (Raz 1990, 19). Kort gezegd, een reflectief equilibrium houdt in dat principes gerechtvaardigd worden in een procedure waarin iteratief coherentie wordt bewerkstelligd met doordachte oordelen (‘considered judgments’) die mensen hebben. De vraag is alleen: wiens doordachte oordelen worden gebruikt om de principes die volgen uit Rawls’ redelijke ontwerp van de originele positie te toetsen (O’Neill 2015, 61)? Zijn dat de doordachte oordelen van de orthodoxe gelovige, de mening-liberaal, of toch alleen de politiek liberaal? Rawls’ Rechtvaardigheidsprincipes blijven alleen overeind als hij de oordelen van de politiek liberaal tot exclusieve toetssteen benoemt. Een aangezien hij dat niet rechtvaardigt, blijkt hieruit opnieuw de circulariteit van zijn argument. In veel doordachte oordelen is er weliswaar sprake van brede overeenstemming (Daniels 1979, 272), maar het punt is dat dat in IRMC’s juist niet het geval is. Conclusie Ik heb laten zien dat het binnen Rawls’ Politiek Liberalisme niet mogelijk is een stabiele en rechtvaardige oplossing voor IRMC’s te onderscheiden. De conceptuele scheiding die Rawls aanbrengt tussen redenen en een persoon is niet gerechtvaardigd indien iemands zelf-begrip essentiële aspecten bevat die publiekelijke uitdrukking vergen. Uit de analyse van IRMC’s blijkt dat Politiek Liberalisme niet alleen aannames doet voor de persoon in politieke zin, maar ook randvoorwaarden stelt aan het zelf-begrip van de persoon als geheel. Door een politiek-liberaal zelf-begrip te veronderstellen is Politiek Liberalisme zelf-ondermijnend omdat het idee ervan nu juist is dat geen enkele conceptie van het goede (ofwel zelf-begrip) hét goede is. In de volgende paragraaf zal ik onderzoeken of er aanpassingen mogelijk zijn in Politiek Liberalisme zodanig dat er wel een stabiele en rechtvaardige oplossing kan worden onderscheiden. 2.3 Grenzen van Politiek Liberalisme In deze paragraaf zal ik onderzoeken of Politiek Liberalisme zodanig inclusiever kan worden dat er geen conceptie van het goede wordt bevoordeeld. In Politiek Liberalisme vindt afbakening plaats door de concepten redelijkheid en publieke redenen. In paragraaf 2.3.1 onderzoek ik een verruiming van het begrip redelijkheid zodanig dat het echt alleen een aanname in politieke zin betreft (en geen randvoorwaarden stelt aan het zelf-begrip). In paragraaf 2.3.2 onderzoek ik de mogelijkheid om de eis van publieke redenen te versoepelen. Ik zal laten zien dat het met beide aanpassingen niet duidelijk is hoe een rechtvaardige en stabiele oplossing van IRMC’s kan worden onderscheiden. Daarvoor is andere theorievorming nodig, die meer behelst dan het privatiseren van identiteitsverschillen. Ik concludeer in paragraaf 2.3.3 dan ook dat er 2
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw