591108-Bekkers

61 Privatiseren van identiteitsverschillen: Politiek Liberalisme van onredelijke groepen tegen legitieme besluiten niet-ontvankelijk. Indien nodig mag de stabiliteit van de goed-geordende samenleving beschermd worden door dwang of zelfs geweld tegen de onredelijke groep. Als dit slaagt, dan zou Politiek Liberalisme een stabiele en rechtvaardige oplossing kunnen onderscheiden (mits de te beheersen onredelijke groep niet te groot is). De vraag die ik in de volgende paragraaf zal onderzoeken is of Rawls deze beperking van zelf-expressie kan rechtvaardigen (en als dat niet gerechtvaardigd is, is er sprake van onderdrukking). 2.2.3 Is Politiek Liberalisme gerechtvaardigd? In de voorgaande paragraaf heb ik laten zien dat de oplossing die Politiek Liberalisme onderscheidt niet zonder problemen is. Een oplossing kan alleen onderscheiden worden indien de groepen die het tot uitdrukking brengen van de eigen identiteit niet opzij kunnen zetten voor legitieme wetten, terecht ‘onredelijk’ worden beschouwd. Immers, als zij wèl als burgers zouden streven naar eerlijke condities van samenwerking, dan zouden ze volgens Politiek Liberalisme de implicaties van de originele positie omarmen en zich niet blijven verzetten tegen legitieme wetten. Is deze redenering gerechtvaardigd? Marilyn Friedman betoogt dat Politiek Liberalisme gebaseerd is op het uitsluiten van bepaalde groepen van -zoals zij het noemt- de ‘legitimation pool’ (Friedman 2000, 16). De ‘legitimation pool’ is de groep mensen van wie instemming vereist is voor de rechtvaardiging van basisinstituties en daaruit volgende wetten, ofwel zij vormen het ‘kiesdistrict van rechtvaardigheid’(‘constitution’). Gegeven de opzet van de originele positie maken ‘onredelijke’ mensen geen deel uit van dit ‘kiesdistrict’. Het gaat bijvoorbeeld om groepen die bepaalde overtuigingen publiekelijk bevestigd willen zien, groepen die hun eigen overtuiging willen opleggen aan anderen en groepen die het liberale idee van ‘vrij en gelijk’ verwerpen, zijn allemaal onredelijk, en daarmee uitgesloten van de originele positie en het ‘kiesdistrict’ (Friedman 2000, 27). Volgens Friedman is de uitsluiting van onredelijke mensen niet gerechtvaardigd. Friedman betoogt dat Rawls erkent dat mensen er in het algemeen niet zelf voor kiezen om onredelijk te zijn, maar dat zij gevormd worden door onredelijke (niet-publieke) instituties en opvoeding. Aangezien dit niet hun fout is, is er geen reden om deze mensen geen stem te laten hebben bij de vorming van instituties en wetten (Friedman 2000, 18). Rawls’ repliek op deze kritiek is dat hij de mensen ook niet buitensluit, maar alleen hun niet-publieke redenen (Raz 1998, 35). Alle mensen zijn van harte welkom zolang ze op het gebied van rechtvaardigheid publieke redenen maar leidend laten zijn. Het onderscheid tussen de persoon en diens redenen helpt Rawls om mensen niet te gemakkelijk weg te zetten als ‘onredelijk’. Iemand kan als onredelijk worden beschouwd op onderwerpen waar hij of zij handelt op grond van niet-publieke redenen, terwijl hij of zij op andere onderwerpen wel handelt naar publieke redenen (en voor die onderwerpen dus als ‘redelijk’ kan worden beschouwd). Met andere woorden, mensen worden niet in zijn geheel uitgesloten, maar alleen voor zover zij zich laten leiden door niet-publieke redenen. Het onderscheid dat Rawls maakt, is echter niet vol te houden als iemands identiteit op het spel staat. Conceptueel gezien kan een levensbeschouwelijke doctrine gesplitst worden in een 2

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw