591108-Bekkers

58 Hoofdstuk 2 2.2.2 Oplossing van IRMC’s volgens Politiek Liberalisme In de Rushdie-zaak brengen zowel de voor- als tegenstanders van publicatie publieke redenen naar voren. Dat de argumenten van beide zijden publieke redenen zijn, kan als volgt worden begrepen. Subjecten in de originele positie zullen achter de sluier van onwetendheid kiezen voor basisinstituties waarbij ieder (redelijk persoon) gerespecteerd wordt en niet beledigd wordt in wat voor hem of haar essentieel is. De argumenten van de orthodoxe gelovigen lijken dus publieke redenen te zijn, hetgeen zou pleiten voor een verbod of tenminste censuur van de publicatie. Tegelijkertijd is de vrijheid van meningsuiting evengoed een waarde die subjecten in de originele positie zullen omarmen, en daarmee ook een publieke reden. Als beide partijen redelijk zijn, en dus streven naar eerlijke condities voor samenwerking, dan zullen ze wederzijds het publieke karakter van de redenen die zij voor hun standpunt aanvoeren erkennen. Het is echter niet duidelijk welke redenen dan de overhand zouden moeten krijgen. Dit probleem van Politiek Liberalisme wordt in de literatuur aangeduid als het ‘incompleetheidsprobleem’. Het incompleetheidsprobleem houdt in dat publieke redenen niet in elke situatie voldoende zijn om tot een eenduidige oplossing te komen van een conflict of zelfs onvoldoende zijn voor een persoon om tot een eenduidig standpunt te komen (Reidy 2000, 64). Immers, ook op individueel niveau kunnen de vrijheid van meningsuiting en het respecteren van minderheden als even sterke publieke redenen beleefd worden. De twee vormen van incompleetheid van publieke redenen kunnen als volgt geduid worden: “First, public reason is often said to be inconclusive because it fails to generate agreement on fundamental public issues. Second, and more radically, some critics have claimed that public reason is indeterminate because it cannot provide any citizen with sufficient reasons(s) for making important political decisions.” (Schwartzman 2004, 191) Dus, publieke redenen kunnen ‘inconclusief’ zijn als ze niet leiden tot consensus tussen redelijke burgers en ‘onbepaald’ als er geen doorslaggevend argument uit volgt binnenin een burger. Voor het vervolg zal ik aannemen dat de orthodoxe gelovigen en de mening-liberalen voor zichzelf een prioriteit hebben bepaald, en dat het ‘onbepaaldheidsprobleem’ dus niet aan de orde is. Om een stabiele en rechtvaardige oplossing van een IRMC te onderscheiden, moet Politiek Liberalisme het ‘inconclusiviteitsprobleem’ kunnen vermijden of oplossen. Het inconclusiviteitsprobleem zou niet optreden als binnen Politiek Liberalisme een bepaalde prioritering van publieke redenen gerechtvaardigd zou kunnen worden. Rawls zegt bijvoorbeeld dat een religieuze levensbeschouwelijke doctrine redelijk is als deze “ensures the liberty of its adherents consistent with the equal liberties of other reasonable free and equal citizens. In endorsing a constitutional democratic regime, a religious doctrine may say that such are the limits God sets to our liberty” (Rawls 1995, 460–62)

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw