591108-Bekkers

28 Hoofdstuk 1 voorbeelden illustreren dat in meer situaties dan oppervlakkig beschouwd het relevant is om identiteitsgerelateerde aspecten te betrekken bij het oplossen van deze conflicten. 1.2 Een oplossing onderscheiden voor identiteitsgerelateerde morele conflicten In paragraaf 1.1 heb ik betoogd dat er conflicten zijn die begrepen moeten worden als identiteitsgerelateerde morele conflicten (IRMC). In deze paragraaf zal ik verduidelijken wanneer er sprake is van een oplossing van zulke conflicten en vervolgens zal ik de vraagstelling voor het onderzoek formuleren. In paragraaf 1.2.1 zal ik uitwerken dat een oplossing in elk geval stabiel moet zijn en wanneer er sprake is van een stabiele oplossing. Vanuit het uitgangspunt dat ieder mens in principe tot uitdrukking moet kunnen brengen wie hij of zij is, zal ik vervolgens een kader scheppen voor de rechtvaardigheid van oplossingen (paragraaf 1.2.2). Tenslotte zal ik de vraagstelling van het onderzoek expliciteren en aangeven hoe het proefschrift is opgebouwd (paragraaf 1.2.3). 1.2.1 Stabiele oplossingen ‘Oplossen’ betekent dat iets er niet meer is, zoals een suikerklontje oplost in hete thee. Een conflict oplossen wil zeggen dat er eerst een conflict was (het ‘suikerklontje’), en op een later moment in een andere context (‘hete thee’) niet meer. Een IRMC is verdwenen als de conflictpartijen elkaar niet langer belemmeren in elkaars zelf-expressie, ofwel partijen kunnen onbelemmerd proberen hun (essentiële) commitments te realiseren. Om scherper in beeld te krijgen wanneer hier sprake van is, verken ik een situatie waarin twee conflicterende partijen een oplossingsvoorstel accepteren, waarna een jaar later toch weer een conflict oplaait, bijvoorbeeld in de Zwarte Pietendiscussie. Ik onderscheid daarbij drie mogelijke scenario’s: a. De betrokken partijen waren niet gemotiveerd om te handelen conform het oplossingsvoorstel, en na een adempauze wordt het oorspronkelijke conflict weer voortgezet; b. De betrokken partijen waren wel gemotiveerd om te handelen conform het oplossingsvoorstel, maar een gebeurtenis heeft het oorspronkelijke conflict weer doen oplaaien, bijvoorbeeld op sommige scholen blijken kinderen te worden uitgemaakt voor ‘Zwarte Piet’; c. De betrokken partijen waren wel echt gemotiveerd om te handelen conform het oplossingsvoorstel, maar een gebeurtenis heeft een ander conflict geïnitieerd, bijvoorbeeld over discriminatie bij sollicitaties. Ik zal nu nagaan in hoeverre in elk van deze scenario’s sprake is van een oplossing. fietspad voor de deur dan met een paar bomen. De mogelijkheden tot manipulatie zal ik in paragraaf 7.2.3 nader verkennen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw