24 Hoofdstuk 1 van fundamentele waarden. Ook bij het realiseren van fundamentele waarden kan iemand afhankelijk zijn van anderen, die daarbij kunnen dwarsbomen. Bijvoorbeeld, als iemand Zwarte Piet ervaart als een uitdrukking van racisme, dan wordt een fundamentele waarde als respect voor deze persoon niet gerealiseerd in een context waarin het Sinterklaasfeest met Zwarte Piet gevierd wordt. Als iemand in het realiseren van zijn doelen gefrustreerd wordt door anderen, dan is het rationeel om manieren te vinden om de interpersoonlijke relaties zo te reguleren dat iemand zijn doelen toch kan realiseren. Het reguleren van interpersoonlijke relaties vindt plaats door sociale normen die bepalen wat juist is, wat geoorloofd is, wat verplicht is of wat juist verboden is. Als twee partijen elkaar dwars zitten om hun doelen te bereiken en zij wederzijds proberen de onderlinge relaties te reguleren met bepaalde sociale normen is er sprake van een ‘sociaal conflict’. In sommige sociale conflicten gaat het dan om sociale normen die ook wel specifieker worden geduid als ‘morele normen’. Hoe het ‘morele’ precies kan worden afgebakend verschilt per theorie. Vraagstukken over welke sociale normen zouden moeten gelden ten aanzien van het in de praktijk brengen van fundamentele waarden of het vervullen van fundamentele behoeften worden algemeen wel als moreel beschouwd (Beauchamp 1991, 6; Timmons 2013, 14).20 Een hardnekkig conflict is identiteitsgerelateerd als het niet mogelijk is dat twee (of meer) partijen hun identiteit tegelijkertijd tot uitdrukking brengen, ofwel hun fundamentele waarden of idee van het goede leven realiseren. De zelf-expressie van de ene partij belemmert de zelf-expressie van de ander. Omdat het conflict gaat over hoe partijen zich in relatie tot elkaar zouden moeten gedragen met betrekking tot fundamentele waarden of behoeften, is een identiteitsgerelateerd conflict ook altijd een moreel conflict. Andersom, een moreel conflict hoeft niet altijd identiteitsgerelateerd conflict te zijn. Er zijn tal van conflicten over geboden en verboden, waarin voor mensen geen fundamentele waarden of behoeften op het spel staan. Die conflicten kunnen evengoed belangrijk zijn, maar ze gaan niet over wat voor iemand essentieel is voor zijn of haar identiteit. Hoewel een identiteitsgerelateerd conflict ook altijd moreel is, kies ik er toch voor om in het hele proefschrift de aanduiding ‘identiteitsgerelateerde morele conflicten’ aan te houden. Dit is in de context van dit proefschrift weliswaar dubbelop, maar is bedoeld om helder te houden over welk soort conflicten het gaat. Het gaat niet om feitelijke meningsverschillen over hoe iemand is, het gaat om normatieve meningsverschillen over hoe mensen met elkaar behoren om te gaan met betrekking tot fundamentele waarden en behoeften. In identiteitsgerelateerde morele conflicten (IRMC’s) willen partijen hun identiteit tot uitdrukking brengen en claimen ze dat de ander hen daar niet bij mag hinderen, of er juist actief aan moet meewerken. Wat over en weer geclaimd wordt hoeft niet direct betrekking te hebben op de identiteit van de ander; sociale normen richten zich op gedrag, niet direct op 20 Een voorbeeld van sociale normen die over het algemeen niet als moreel wordt gezien betreft ‘etiquette’. Etiquette is wel normatief in de zin dat het gaat over de vraag wat men behoort te doen en wel of niet mag doen. Etiquette gaat echter niet om de vraag wat rechtvaardig is. Als er sprake is van een vraag naar de rechtvaardigheid van een norm, dan wordt dit algemeen als een morele kwestie beschouwd.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw