591108-Bekkers

242 Addendum van een specifiek kenmerk, huidskleur. Zo’n collectieve frustratie van fundamentele behoeften bevordert dat het conflict tot uitdrukking komt via een conflict van identiteitsgroepen, in dit geval op basis van huidskleur. In afwezigheid van een identiteitskenmerk zorgt het niet vervullen van fundamentele behoeften zelf voor de vorming van identiteitsgroepen. Bijvoorbeeld, mensen kunnen om verschillende redenen bezwaren hebben tegen abortus, maar gaan vanzelf behoren tot de ‘pro life’ groep. ‘Pro-life’ zijn wordt dan onderdeel van hun identiteit. Hetzelfde geldt voor ‘pro-choice’. Een hardnekkig conflict is identiteitsgerelateerd als het niet mogelijk is dat twee (of meer) partijen tegelijkertijd hun identiteit tot uitdrukking brengen, ofwel hun fundamentele waarden of idee van het goede leven realiseren. Er zijn hardnekkige conflicten die alleen goed begrepen kunnen worden als ‘identiteitsgerelateerd’, ofwel het raakt aan wat mensen als essentieel beschouwen voor wie zij zijn. Het onderwerp van conflict is gerelateerd aan de identiteit van de conflictpartijen. Omdat een identiteitsgerelateerd conflict gaat over hoe partijen zich in relatie tot elkaar zouden moeten gedragen met betrekking tot fundamentele waarden of behoeften, is zo’n conflict ook altijd een moreel conflict. Hoe het ‘morele’ precies kan worden afgebakend, verschilt per theorie. Vraagstukken over welke sociale normen zouden moeten gelden ten aanzien van het in de praktijk brengen van fundamentele waarden of het vervullen van fundamentele behoeften worden algemeen wel als moreel beschouwd. Hoewel een identiteitsgerelateerd conflict ook altijd moreel is, wordt in het hele proefschrift de aanduiding ‘identiteitsgerelateerde morele conflicten’ aangehouden. Dit is in de context van dit proefschrift weliswaar dubbelop, maar is bedoeld om helder te houden over welk soort conflicten het gaat. Het gaat niet om feitelijke meningsverschillen over hoe iemand is, het gaat om normatieve meningsverschillen over hoe mensen met elkaar behoren om te gaan met betrekking tot fundamentele waarden en behoeften. In identiteitsgerelateerde morele conflicten (IRMC’s) willen partijen hun identiteit tot uitdrukking brengen en claimen ze dat de ander hen daar niet bij mag hinderen, of er juist actief aan moet meewerken. Wat over en weer geclaimd wordt hoeft niet direct betrekking te hebben op de identiteit van de ander; sociale normen richten zich op gedrag, niet direct op het hebben van een bepaalde identiteit, maar een conflict over sociale normen kan wel een conflict over identiteit impliceren. Als bepaald gedrag voor een partij A een uitdrukking is van haar identiteit, dan impliceert een claim van partij B dat dit gedrag zou moeten wijzigen dat partij A zijn identiteit zou moeten aanpassen. De gehechtheid aan het gedrag is er omdat het de manier is om de eigen identiteit tot uitdrukking te brengen. ‘Zijn’ impliceert voor A ‘doen’. Dus, als het vieren van Sinterklaas met Zwarte Piet volgens A een uitdrukking is van een bepaalde identiteit, dan is de claim dat Zwarte Piet zou moeten worden afgeschaft in feite een claim dat de Sinterklaasvierder A zichzelf anders zou moeten begrijpen. Alternatieve conflictoplossing van hardnekkige conflicten door ‘transformatie’ De afgelopen decennia zijn vele initiatieven genomen om identiteitsgerelateerde morele conflicten op ‘alternatieve’ wijze op te lossen door aandacht te besteden aan fundamentele behoeften en de identiteit van groepen. Er zijn diverse praktische theorieën geformuleerd

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw