591108-Bekkers

227 Institutionalisering van de Transformatieve Dialoog De bereidheid tot transformatie is groter in geval van frustratie met de huidige gang van zaken, als er een houding van nieuwsgierigheid is en als er sprake is van onderlinge connectie, erkenning en vertrouwen (Putnam 2004, 284–87). Een proces waarin iemand begint te overwegen dat zijn of haar gefixeerde identiteit misschien toch niet vaststaat en wellicht wel in een intersubjectief proces getransformeerd kan worden, is een precair proces, juist omdat het gaat over wie iemand meent dat hij of zij essentieel is. In zo’n proces zijn er kritieke momenten waarin hoe mensen naar elkaar luisteren en tegen elkaar spreken doorslaggevend zijn voor de vraag of zij een ronduit nieuw idee willen aannemen (Leary 2004, 326). Uit de ervaringen met transformatieve processen in de praktijk kan veel geleerd worden over hoe effectieve interacties op zulke kritieke momenten zodanig kunnen plaatsvinden dat mensen ervoor open gaan staan dat een transformatie van identiteit niet gevaarlijk, maar vanzelfsprekend is. Een aanknopingspunt kan gevonden worden bij het gegeven dat iedereen wel een ontwikkeling in zijn of haar zelf-begrip heeft ervaren, en daarvan bewust kan worden gemaakt. Vervolgens kan hen voorgehouden worden dat het voortbestaan van het IRMC de mogelijkheden voor hun eigen zelf-expressie ondermijnt (de ‘default’-toekomst), terwijl een verfijnder zelf-begrip mogelijk wordt als zij zich wel openstellen. Als zij antwoorden dat een oplossing wat hen betreft gelegen is in een aanpassing door de tegenpartij (desnoods door manipulatie of zelfs geweld), kan hen gevraagd worden te reflecteren op de vraag of een dergelijke onderdrukking van de zelf-expressie van andere mensen volgens hen consistent is met hun hele netwerk van commitments. Deze vraagt initieert een ethisch zelfonderzoek naar de vraag of het commitment tot onderdrukking authentiek voor hen is vanuit het eigen individuele perspectief. In de voorbeelden uit paragraaf 7.1.2 blijkt dat direct contact met tegenstanders ertoe leidt dat partijen open gaan staan voor het perspectief van de ander. Een directe kennismaking verkleint de bereidheid tot onderdrukking; mensen zien elkaar als mens en verschillen blijken dan meestal genuanceerder dan hoe het leeft in de wederzijdse beeldvorming. Als partijen dan weliswaar niet kiezen voor onderdrukking, maar toch wensen dat de andere partij tot een ander authentiek zelf-begrip komt, dan is de Transformatieve Dialoog de manier om dat te bereiken (waarbij natuurlijk wel de mogelijkheid bestaat dat iemand zelf ook tot een verfijnder zelf-articulatie komt!). Naarmate de Transformatieve Dialoog meer geïnstitutionaliseerd is, zal het idee van een transformatie van identiteit ook meer ingeburgerd raken en zal het gemakkelijker worden mensen die sterk gehecht zijn aan hun identiteit te bewegen open te staan voor een Transformatieve Dialoog.267 Is er aanleiding om optimistisch te zijn dat deze dialogen ertoe leiden dat er daadwerkelijk commitment aan het oplossen van IRMC’s met behulp van de Transformatieve Dialoog ontstaat? Het idee van een min of meer vaststaande identiteit is immers wijdverbreid, en mensen 267 Ten aanzien van mensen die een zelf-begrip hebben dat bestaat uit het vervullen van de eigen eerste orde verlangens, geldt dat zo’n zelf-begrip in absolute zin niet vol te houden is. Met zulke mensen kunnen coördinatieproblemen niet betrouwbaar opgelost worden. Een samenleving zal zich inzetten om door mindshaping deze mensen zodanig te vormen dat ze een zelf-begrip aan de hand van sociale normen vormen. Zodra hun zelf-begrip gevormd wordt door sociale normen, is er sprake zijn van enige ontwikkeling in identiteit, en is er een aanknopingspunt om een gesprek te starten zoals in de hoofdtekst geschetst. Zie ook paragraaf 6.2.3. 7

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw