215 Institutionalisering van de Transformatieve Dialoog ◦ Tenstimonieel (‘testimonial’): de inbreng van bepaalde personen wordt niet in overweging genomen of slechts met vooroordeel. Dominante partijen kunnen dit bijvoorbeeld bevorderen door bepaalde personen in een kwaad daglicht te stellen, zoals in (Amerikaanse) verkiezingscampagnes regelmatig gebeurt; ◦ Hermeneutisch (‘hermeneutic’): bepaalde ervaringen kunnen niet begrepen worden omdat epistemische resources, zoals bepaalde begrippen, niet aanwezig zijn. Zonder een concept als ‘islamofobie’ bijvoorbeeld, kan de ervaring van moslims die bevreesd tegemoet worden getreden of worden vermeden, minder goed worden begrepen. Deze ervaring kan dan minder effectief onderdeel worden gemaakt van een deliberatief proces. Een onderdrukkende macht kan de ontwikkeling van zo’n concept proberen tegen te gaan vertragen, bijvoorbeeld door uitingen van zulke ervaringen te bagatelliseren. Bij het toepassen van deliberatieve theorieën (zonder Transformatieve Dialoog) is het nodig om onderdrukkende macht bloot en aan banden te leggen zodat de invloed van productieve macht toe kan nemen. Het is primair een empirische vraag om onderdrukkende machtsuitoefening te herkennen.257 Binnen de deliberatieve theorievorming is er daarom aandacht voor methoden en instituties om onderdrukkende machtsuitoefening te herkennen, zodat deze onderwerp van deliberatie kan worden. Als onderdrukkende macht onderwerp van deliberatie is geworden, dan verliest deze machtsuitoefening effectiviteit. De inbreng van onderdrukkende macht kan dan geëxpliciteerd en geproblematiseerd worden. Op basis van argumenten kan vervolgens tot waarheid en/of rechtvaardigheid geconcludeerd worden. Echter, een deliberatieve theorie moet er rekening mee houden dat een onderdrukkende macht ook op verhulde wijze kan worden uitgevoerd. Zeker in samenlevingen waarin ‘rationele overeenstemming’ een belangrijke waarde (of zelfs een hypergood) is, zal iemand die door machtsmisbruik zijn eigenbelang wil dienen ervoor kiezen dit niet open en bloot te doen, maar zo verhuld mogelijk. Er is dan sprake van manipulatie of misleiding. Onderdrukkende machtsuitoefening kan bijvoorbeeld subtiel plaatsvinden door geen expliciete dreigementen te uiten, maar wel bepaalde mensen om ogenschijnlijk legitieme redenen een baan te weigeren, terwijl een lid van de dominerende groep de baan wel krijgt. Of, het zwart maken van een tegenstander door schandalen uit iemands verleden naar buiten te brengen kan verdedigd worden als een streven naar eerlijkheid. Het repertoire van onderdrukkende macht is eindeloos. Vaak genoeg vinden doorzichtige pogingen tot manipulatie plaats, en wel zodanig dat een kritische deliberatieve praktijk daar wel gehakt van maakt. Maar toch blijkt het in de praktijk van ontwikkelde democratieën lang niet altijd te lukken om bijvoorbeeld nepnieuws en repeterende politieke vergeetachtigheid effectief te ontkrachten. Bovendien, het feit dat de manipulatie van onderdrukkende macht regelmatig kinderlijk doorzichtig plaatsvindt, wil niet zeggen dat het niet óók vernuftig, doortrapt en onzichtbaar kan plaatsvinden. 257 Het boekje “Hoe vang ik een rat?” geeft veel concrete handvatten om onderdrukkende machtsuitoefening te herkennen en te bestrijden (Engelfriet and van der Geer 2011). 7
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw