591108-Bekkers

214 Hoofdstuk 7 gedachten te brengen die iemand uit zichzelf niet had gedaan of gehad. Macht gaat dan over het bepalen van wat voor iemand als (goede) reden geldt, en wat niet (Forst 2015, 114; 2018, 315). Zo begrepen is macht neutraal. Pas als iemands autonomie niet wordt gerespecteerd bij het bepalen van wat voor iemand als (goede) reden geldt, wordt macht onderdrukkende macht. Er is sprake van ‘productieve macht’ als de autonomie van mensen wordt bekrachtigd door de manier waarop bepaald wordt wat voor hen als een goede reden geldt (Curato, Hammond, and Min 2019, 33–34). In een deliberatieve theorie is dat bijvoorbeeld het geval als een rationele uitwisseling van argumenten bepaalt wat voor iemand geldt als een goede reden. In een interactie hebben beide partijen macht, al kan de ene meer ‘machtskapitaal’ hebben dan de ander (Forst 2015, 119). Machtskapitaal is het vermogen van mensen om anderen tot gedachten of handelingen te brengen. Machtskapitaal kan afhankelijk zijn van sociale status, formele bevoegdheden, financiële middelen, charisma, intelligentie, welbespraaktheid et cetera. Iemand kan zijn of haar machtskapitaal in een theoretisch of praktisch discours inzetten en er zo voor zorgen dat er op basis van argumenten overeenstemming wordt bereikt. Dat is productief voor waarheid en rechtvaardigheid. Iemand met veel overtuigingskracht zal in zo’n situatie anderen bijvoorbeeld stimuleren de eigen argumenten zo goed mogelijk voor het voetlicht te brengen.255 Machtskapitaal kan ook onderdrukkend worden ingezet. In dat geval zet iemand zijn of haar machtskapitaal in om een eigenbelang te realiseren en zo de ander te domineren of te gebruiken. In zulke onderdrukkende machtsuitoefening wordt er juist afbreuk gedaan aan waarheid, rechtvaardigheid en authenticiteit. Onderdrukkende macht gedijt vooral als deze niet als zodanig wordt herkend. Onderdrukkende macht kent de volgende verschijningsvormen (Curato, Hammond, and Min 2019, 28–32): • Handelingsgericht (‘agential’): A veroorzaakt door middel van bedreiging dat B iets doet wat B uit zichzelf niet zou doen. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als deelnemers aan een deliberatief proces worden bedreigd of beloningen in het vooruitzicht worden gesteld als ze zich op bepaalde manieren uiten; • Structureel (‘structural’): in een samenleving(svorm) zijn dominante waarden vastgelegd in ideologische mythen, rituelen en instituties waardoor bepaalde redenen (van gevestigde belangen) bevoordeeld worden.256 Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld het idee van het maximaliseren van aandeelhouderswaarde, desnoods ten koste van andere waarden, zoals collegialiteit, zorg voor werknemers, zorg voor het milieu (Curato, Hammond, and Min 2019, 30–31); • Epistemisch (‘epistemic’): macht wordt uitgeoefend door de kennis die beschikbaar kan zijn, in twee varianten: 255 Andere voorbeelden zijn: de macht van een procesbegeleider, macht ter neutralisatie van of zelf-verdediging tegen machtsuitoefening, of macht bij implementatie van overeenkomsten (Mansbridge 2010, 82–83). 256 Deze dominante waarden zijn onderdeel van betreffende leefwereld, moreel kader, levensbeschouwelijke doctrine en betekenishorizon.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw