19 Hardnekkige conflicten oplossen Op basis van een normatieve theorie kunnen instituties ontwikkeld worden waarmee al in een vroegtijdig stadium de doorsteek naar de rechterkant van figuur 1 gemaakt kan worden. Wellicht blijkt het mogelijk dit zo voortvarend te doen dat een conflict kan worden voorkomen. Het gaat dan niet alleen om het oplossen van conflicten, maar ook om het waarborgen van constructieve samenwerking. 1.1.2 Wat is ‘identiteit’? Over ‘identiteit’ zijn filosofische boekenkasten vol geschreven. Er zijn verschillende manieren om het begrip ‘identiteit’ te begrijpen (Gasser and Stefan 2012, 2): • Biografische identiteit: hoe begrijpt en definieert iemand zichzelf; • Condities voor het zijn van een ‘persoon’; • Metafysische aard van wie mensen zijn; • Diachronische continuïteit van (persoonlijke) identiteit: wat maakt iemand op verschillende momenten in de tijd dezelfde persoon. Bij hardnekkige conflicten gaat het vooral om biografische identiteit. Mensen botsen over wat volgens hen essentieel is voor wie zij zijn. Of ze voldoen aan de condities van een persoon, wat de ware aard van mensen is of wat identiteit door de tijd heen bepaalt, is in een hardnekkig conflict minder relevant. Het gaat ook niet om ware of objectieve kenmerken. Bijvoorbeeld, stel dat een verre afstammeling van een in Suriname tot slaaf gemaakte Afrikaan door verschillende gemengde huwelijken in zijn stamboom een veel lichtere huidskleur heeft dan zijn Afrikaanse voorvader. Als hij zich identificeert als afstammeling van een tot slaaf gemaakte en op grond daarvan een positie inneemt in het debat over Zwarte Piet dan is dát wat er praktisch toe doet. Het is geen (of een misplaatst) argument om te zeggen: “Je lijkt niet eens op een Afrikaan.” Objectieve kenmerken, zoals iemands stamboom, kunnen wel van invloed zijn op wat iemand als essentieel ervaart, maar het gaat om de beleving of overtuiging van iemand over wat essentieel voor hem of haar is, ofwel iemands zelf-begrip.11 Daarmee is niet gezegd dat wat iemand als essentieel voor hem of haar beschouwt ook subjectief of individueel gecreëerd wordt; zelf-begrip kan heel goed voortkomen uit betekenissen die in een groep worden gedeeld. Een biografische identiteit is tenminste voor een deel ook een sociale identiteit. Antropologisch onderzoek wijst uit dat deel uitmaken van een groep altijd een vorm van groepsidentificatie met zich meebrengt (Brewer 2001, 20–22). Aangezien mensen altijd deel uitmaken van een groep, is zelf-begrip daarmee altijd deels sociaal ingegeven. Sociale identificatie is een belangrijke factor om vertrouwen tot stand te brengen en samenwerking mogelijk te maken. Groepsidentificatie kán in confrontatie met een andere groep wel escaleren tot vijandigheid, maar dat is niet noodzakelijk. Los van de antropologische empirie is het 11 In lijn hiermee zou identiteit gedefinieerd kunnen worden als: “A self-understanding, or self-objectivation to which one is emotionally attached” (Holland 1997, 162). 1
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw