202 Hoofdstuk 7 Het vaststellen van de onderlinge consistentie kan ook onuitgesproken plaatsvinden op basis van het in een fusie van horizonnen verworven wederzijdse begrip. Explicitering geeft partijen meer wederzijdse zekerheid. Als er geen intern en extern consistent alternatief gevonden kan worden, dan kan de scope van de reflectie worden vergroot. Stap 3 wordt dan opnieuw doorlopen maar dan gericht op alternatieven voor een groter deel van het netwerk van commitments (zie paragraaf 5.1.1). Stap 5: Transformatie: identificatie als een nieuw alternatief van zichzelf In het iteratieve proces waarin partijen gezamenlijk de interne en externe consistentie vaststellen van beide alternatieven van zichzelf, vindt wederzijdse (self-)mindshaping plaats en kunnen partijen zich identificeren als een nieuw alternatief van zichzelf. Hun identiteit, ofwel wat zij als essentieel beschouwen voor wie zij zijn, is dan getransformeerd. In de praktijk is deze identificatie een natuurlijk vervolg van de voorgaande stappen. Ook hier geldt dat explicitering meerwaarde heeft. Er kunnen dan bijvoorbeeld afspraken gemaakt worden over hoe ieders sociale omgeving bij de transformatie betrokken wordt. Immers, als mensen met een getransformeerde identiteit weer in contact komen met hun eigen sociale omgeving en die sociale omgeving heeft geen kennis van de transformatie, dan kan dat het waarmaken van de nieuwe identiteit ondermijnen. De voorbeelden tot nu toe heb ik opgezet als conflicten tussen twee onderscheiden partijen. Dit is een vereenvoudiging van de praktijk. Zo is het mogelijk dat er rond een conflict meer dan twee groepen zijn die met elkaar in conflict zijn. Ook hebben de leden van conflictpartijen relaties met anderen die niet direct partij zijn in het conflict, maar wel een relatie van erkenning onderhouden met de degenen die zich in een Transformatieve Dialoog identificeren als een nieuw alternatief van zichzelf. Over deze relaties heb ik het hier onder de noemer ‘sociale omgeving’. Een sociale omgeving die nog uitgaat van de oorspronkelijke identiteit zal corrigerend reageren op nieuw gedrag. Er ontstaan dan identiteitsgerelateerde coördinatieproblemen, waarbij de omgeving verwacht dat de getransformeerde identiteit weer terug verandert. Door de sociale omgeving te betrekken bij de transformatie kan de nieuwe identiteit juist ondersteund worden door nieuwe normatieve verwachtingen in het eigen sociale netwerk. Dit vergt eveneens een transformatie van die sociale omgeving. 7.1.2 Transformatieve praktijkvoorbeelden De afgelopen decennia zijn er diverse initiatieven genomen om tenminste escalatie van identiteitsgerelateerde morele conflicten te voorkomen. Deze initiatieven hebben met elkaar gemeen dat ze erop gericht zijn dat mensen hun (fundamentele) aannames ten opzichte van zichzelf en anderen ter discussie stellen en aanpassen, zodat er de mogelijkheid ontstaat voor een andere onderlinge relatie of een nieuw zelf-begrip. Om die reden zijn zulke transformatieve initiatieven interessante praktijkvoorbeelden om meer zicht te krijgen op de manier waarop de Transformatieve Dialoog in de praktijk vorm kan krijgen. Ik schets in deze paragraaf enkele voorbeelden, waarvan ik in paragraaf 7.1.3 zal nagaan in hoeverre de stappen van de Transformatieve Dialoog erin te herkennen zijn.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw