591108-Bekkers

195 Rechtvaardiging van de Transformatieve Dialoog gecreëerd door een vorm van overeenstemming. Hiermee is deze problematische aanname van Taylor niet langer nodig. Taylor geeft als uitleg voor zijn moreel realisme: ‘certain demands are made on us by other human beings in virtue of the way both we and they are’ (C. Taylor 1991a, 245). Met de inzichten uit hoofdstuk 5 en paragraaf 6.1 kan ik een ander perspectief op deze passage bieden dan Taylors conclusie dat er reële constituerende waarden zijn. In paragraaf 6.2.3 heb ik betoogd dat mensen (in een IRMC) gecommitteerd zijn aan authentieke zelf-expressie. Dit is alleen mogelijk als mensen relaties van sociale erkenning onderhouden, en (identiteitsgerelateerde) coördinatieproblemen oplossen. Dus, ‘in virtue of the way both we and they are’ zijn er ‘demands’ om coördinatieproblemen, ook als deze betrekking hebben op een persoons- of zelfmodel, op te lossen. Dit maakt dat het commitment aan Transformatieve Dialoog een onontkoombaar onderdeel is van de betekenishorizon van mensen (in een IRMC) (conform het argument in paragraaf 6.2.3). Dus, door de wijze waarop mensen bestaan is een universeel commitment aan de Transformatieve Dialoog onontkoombaar. De ‘constituerende waarden’ waarvan Taylor aangeeft dat ze moeilijk onder woorden te brengen zijn (C. Taylor 1989, 96) zouden wellicht gearticuleerd kunnen worden als het commitment aan de Transformatieve Dialoog. Habermas’ Discours Ethiek Habermas’ Discours Ethiek is de inspiratiebron voor het idee om authenticiteit, in navolging van waarheid en rechtvaardigheid, te definiëren als een vorm van overeenstemming. In paragraaf 3.3.1 heb ik laten zien hoe de Discours Ethiek bij een IRMC tot een botsing van rationaliteiten kan leiden. Enerzijds is er de morele rationaliteit die volgt uit de toepassing van de Discours Ethiek, anderzijds is er de expressieve rationaliteit van het tot uitdrukking willen brengen van de eigen identiteit. De oorsprong van dit probleem ligt in het onderscheid dat Habermas maakt tussen morele en ethische commitments (Habermas 1991b, 59–60). Er is weliswaar een kritische dialoog mogelijk over (de morele consequenties van) een zelf-begrip, maar de theorie conceptualiseert geen transformatie van zelf-begrip, die nodig is voor een stabiele en rechtvaardige oplossing van een IRMC. De Discours Ethiek verliest hiermee relevantie voor een belangrijke categorie morele conflicten, namelijk IRMC’s. De theorie van de Transformatieve Dialoog verschaft een ‘discours’ dat niet is uitgewerkt in de Discours Ethiek. De situatie van een botsing van rationaliteiten kan begrepen worden als een inconsistentie in het netwerk van commitments, en die inconsistentie kan in een Transformatieve Dialoog worden opgelost. De theorie van een Transformatieve Dialoog conceptualiseert Benhabibs idee van discours als moreel-transformatieve ervaring en maakt als amendement op de Discours Ethiek deze theorie weer relevant voor alle morele conflicten. Rawls’ Politiek Liberalisme Rawls’ Politiek Liberalisme is de inspiratiebron om te zoeken naar een theorie die geen conceptie van het goede veronderstelt, en daarmee ongerechtvaardigd identiteiten met een andere conceptie van het goede zou uitsluiten. De ongefundeerde aanname van een conceptie van het goede in Politiek Liberalisme voert terug op de wijze waarop Rawls zijn 6

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw