591108-Bekkers

186 Hoofdstuk 6 door de interne en externe consistentie van netwerken van commitment gezamenlijk vast te stellen. De realisatie van interne en externe consistentie constitueert een (be-)vestiging van een relatie van sociale erkenning. Beide partijen worden dan erkend als subjecten met eigen commitments en kenmerken en als mede-constituent van de gezamenlijke betekenishorizon. In het gezamenlijk vaststellen van interne en onderlinge consistentie van netwerken van commitment vindt de (be-)vestiging van wederzijdse erkenning gelijktijdig plaats. Het begrip ‘erkenning’ drukt een actie van de ene persoon richting een ander uit, terwijl in een Transformatieve Dialoog de relatie van erkenning intersubjectief ontstaat. De Transformatieve Dialoog is een gezamenlijk project waarmee wederzijdse erkenning tot stand wordt gebracht, en geen optelsom van acties van twee van elkaar losstaande actoren. De wederzijdse erkenning creëert voor alle betrokkenen gelijktijdig een ruimte om te zijn wie zij zijn. In plaats van ‘wederzijdse erkenning’ zou in lijn met de aanduiding van ‘co-mindshaping’ ook gesproken kunnen worden van ‘co-zijn’ (Brigg 2008, 114–18) (zie ook paragraaf 6.3.3).234 6.2.2 Miskenning en IRMC’s Aangezien relaties van sociale erkenning constituerend zijn voor authentieke zelf-expressie, impliceert de afwezigheid van erkenning de frustratie van authentieke zelf-expressie. De afwezigheid van erkenning is ‘miskenning’. Miskenning kan overeenkomstig de drie dimensies van erkenning verschillende verschijningsvormen hebben: afwezigheid van gelijke rechten, afwezigheid van waardering voor de bijdrage die iemand levert en het niet serieus nemen van iemands commitments. Als groepen in een samenleving geen (volledige) erkenning krijgen, kan een strijd om erkenning (‘struggle for recognition’) ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan situaties waarin vigerende sociale normen in een samenleving specifieke groepen benadelen. Een klassiek voorbeeld is de strijd van vrouwen voor gelijke rechten (respect), voor waardering van feminiene waarden (liefde en achting) en voor gelijke beloning (achting en respect). Ook de strijd tegen racisme en de strijd voor homorechten zijn hier voorbeelden van. Deze voorbeelden maken intuïtief direct duidelijk dat het onthouden van erkenning een ongerechtvaardigde benadeling (‘wrongful harm’) impliceert (C. Taylor 1994b, 25). Door iemand erkenning te onthouden wordt iemand beperkt in het tot uitdrukking brengen van wie hij of zij meent te zijn. In paragraaf 1.2.2 heb ik juist als desideratum geformuleerd dat eenieder deze vrijheid wél heeft.235 Vanuit het perspectief van een persoon kan het dan nooit gerechtvaardigd zijn om miskend te worden.236 Vanuit moreel perspectief is er daarom voor iedereen een plicht 234 Als gesproken wordt over een ‘strijd om erkenning’ gaat het ook meestal om de erkenning die een onderdrukte groep moet krijgen van de dominante groep. Volgens (SIA) zijn in zo’n geval beide partijen niet (of slechts partieel) authentiek. De ‘strijd om erkenning’ wordt dan in een Transformatieve Dialoog vanuit beide partijen gevoerd. Het lijkt mij passend de aanduiding ‘strijd om erkenning’ in een maatschappelijk-emanciperende betekenis te blijven gebruiken. De oplossing van het identiteitsgerelateerde morele conflict die met zo’n strijd gepaard gaat vereist dan een Transformatieve Dialoog, waarin beide partijen hun zelf-begrip transformeren en daarmee gelijkwaardig ‘co-zijn’. Ik kom hier in de volgende paragraaf op terug. 235 Dit desideratum zou mijn ‘moderne aanname’ genoemd kunnen worden. 236 Merk op dat het niet mogelijk is om niet gecommitteerd te zijn aan authentieke zelf-expressie. Een mens heeft commitments en die probeert hij per definitie tot uitdrukking te brengen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw