176 Hoofdstuk 6 bepalen. Zodra zich identiteitsgerelateerde coördinatieproblemen (en conflicten) voordoen, is het complete begrip van authenticiteit nodig. In een identiteitsgerelateerd coördinatieprobleem is er sprake van (tenminste) twee botsende betekenishorizonnen. Betreffende partijen claimen volgens de eigen betekenishorizon authentiek te zijn. Zodra zij het identiteitsgerelateerde coördinatieprobleem oplossen door een vorm van mindshaping, verandert hun betekenishorizon en daarmee transformeert wat authentiek voor hen kan zijn. Hun oude zelf-begrip kan dan niet meer als authentiek verschijnen. In de volgende paragraaf zal ik concepten ontwikkelen om eenduidig over dit soort ‘veranderingen’ in authenticiteit te kunnen spreken. Voor nu is relevant, dat een betekenishorizon dynamisch is en tot stand wordt gebracht door een wederzijds mindshapingsproces. En omdat een betekenishorizon mede bepaalt wat authentiek kan zijn, is wat authentiek is voor iemand ook dynamisch en tot stand gebracht door wederzijdse mindshaping. Conclusie Een authentieke identiteit is geen vaststaand gegeven, maar het dynamische resultaat van het oplossen van identiteitsgerelateerde coördinatieproblemen en individuele invulling binnen de kaders van een gedeelde betekenishorizon. Met andere woorden, commitments zijn authentiek als er sprake is van interne consistentie (de individuele invulling) en externe consistentie (de gedeelde betekenishorizon na oplossing van coördinatieproblemen). Als de betekenishorizon niet ter discussie staat, kan authenticiteit individualistisch worden begrepen. In situaties waarin de betekenishorizon zelf ter discussie staat, is wat geldt als authentiek het resultaat van een proces van mindshaping dat ook externe consistentie tot stand brengt. Met deze uitwerking is het mogelijk om in beginsel ten aanzien van ieder commitment tot het inzicht te komen dat een ander commitment authentiek is, zonder dat zo’n transformatie willekeurig is. De liberale stelling (L) kan met dit intersubjectieve begrip van authenticiteit onderscheid maken tussen authenticiteit en zelf-bedrog. 6.1.3 Authenticiteit en autonomie in de Transformatieve Dialoog In de vorige paragraaf heb ik een intersubjectief begrip van authenticiteit geïntroduceerd aan de hand van de Stelling van Intersubjectieve Authenticiteit (SIA). In deze paragraaf zal ik de implicaties van dit intersubjectieve begrip van authenticiteit nader uitwerken. Ik zal laten zien dat de authenticiteit -en daarmee de autonomie- van betrokkenen in een Transformatieve Dialoog niet alleen gewaarborgd is, maar door de Transformatieve Dialoog wordt geconstitueerd. Ik zal het intersubjectieve begrip van authenticiteit nader onderzoeken aan de hand van twee situaties: • Situatie 1: Rudolf begrijpt zichzelf als voorstander van de vrijheid van meningsuiting en beschouwt dat commitment als essentieel voor wie hij is, ofwel hij meent dat het authentiek voor hem is om vrijheid van meningsuiting te respecteren en wat zijn mening ook maar is uit te kunnen drukken. In zijn gemeenschap ontmoet hij niemand
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw