173 Rechtvaardiging van de Transformatieve Dialoog 2. Een betekenishorizon constitueert authentiek zelf-begrip Het hebben van een betekenishorizon betekent dat iemand zich tal van overtuigingen ten aanzien van feiten, normen en waarden heeft eigen gemaakt, zodanig dat hij of zij er (letterlijk) door wordt gevormd. De horizonovertuigingen constitueren het kader voor wat denkbaar is. Iemand kan zichzelf (en anderen) alleen begrijpen in termen van die betekenishorizon. Dit is het punt van de feministische en communitaristische kritiek op een individualistisch begrip van authenticiteit. De betekenishorizon van een gemeenschap, waar zowel culturele normen en waarden als sociale normen in relatie tot belangrijke persoonlijke relaties onderdeel van zijn, constitueert wat denkbaar is als zelf-begrip, en bepaalt daarmee wat iemand als authentiek zou kunnen begrijpen. Binnen een gedeelde betekenishorizon kan ruimte zijn voor individuele invulling.218 Welke ruimtes er zijn, en hoe die ingevuld zouden kunnen worden, zijn in de betekenishorizon vastgelegd. Bijvoorbeeld, in een bepaalde betekenishorizon bestaat het concept ‘hobby’ als iets wat aan individuele verlangens en voorkeuren kan worden overgelaten. Iemand kan dan zelf ontdekken of pianospelen of voetballen authentiek voor hem of haar is (waarbij de piano en het voetbalspel uiteraard ook bekend moeten zijn). In sommige betekenishorizonnen is de individuele ruimte groot en heeft een individu tamelijk veel ruimte om te ontdekken wat binnen dat kader authentiek voor hem of haar is. In andere betekenishorizonnen is die ruimte beperkt. Sociale normen bepalen dan dat bepaalde activiteiten voor bepaalde (of alle) mensen niet open staan als hobby. Het pijnigen van huisdieren is bijvoorbeeld géén geaccepteerde hobby. Een eventueel commitment aan die activiteit kan binnen de meeste betekenishorizonnen niet als authentiek verschijnen. Als iemand zulk gedrag wel vertoont of aangeeft dat verlangen te hebben, dan zal binnen zo’n betekenishorizon gezocht worden naar factoren om dit verlangen te verklaren (en te genezen). Binnen het kader van een gedeelde betekenishorizon volstaat een individualistisch begrip van authenticiteit: iemand kan door een zelf-reflectie zoals Christman voorstelt bepalen of hij of zij een voetballer of pianospeler is (zie eind paragraaf 6.1.1).219 Bij identiteitsgerelateerde coördinatieproblemen is er sprake van een tegenstrijdigheid op het niveau van de betekenishorizonnen. Bijvoorbeeld, als iemand het commitment uit aan het pijnigen van huisdieren binnen een betekenishorizon waarin dat niet als geaccepteerd wordt beschouwd, dan kan dit commitment niet als authentiek worden begrepen (zoals hiervoor de teenwiebelaar aanvankelijk niet werd begrepen). 218 Minder relevant voor identiteitsgerelateerde morele conflicten is de vraag hoe iemand binnen de individuele ruimte onderscheid kan maken tussen authentiek zelf-begrip en zelf-bedrog. In dat geval kan authenticiteit individualistisch worden bepaald. Verschillende keuzes kunnen een intern consistent netwerk van commitments opleveren. Zolang individuele keuzes intern consistent zijn en niet alsnog een externe inconsistentie (en daarmee een identiteitsgerelateerd coördinatieprobleem of moreel conflict) genereren, kan iemand zich authentiek identificeren als verschillende alternatieven van zichzelf. 219 Bij deze individuele invulling kan ook een gesprek met anderen behulpzaam zijn om helder te krijgen wat authentiek voor iemand is conform het individualistische begrip van authenticiteit. 6
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw