165 Hoofdstuk 6 Rechtvaardiging van de Transformatieve Dialoog De basis onder de vraagstelling van dit onderzoek is het uitgangspunt dat eenieder in beginsel zou moeten kunnen zijn wie hij of zij meent te zijn (zie paragraaf 1.2.2). Een oplossing van een identiteitsgerelateerd conflict is dan ook alleen rechtvaardig als deze voor alle betrokken partijen vanuit het perspectief van hun identiteit gerechtvaardigd is. Voor een procedureel oplossingsvoorstel als de Transformatieve Dialoog betekent dit dat in elke stap ieders autonomie gewaarborgd moet zijn. Aangezien een vorm van overeenstemming over elkaars identiteit onderdeel is van de Transformatieve Dialoog, is het nodig nader te onderzoeken hoe hierbij ieders autonomie, ofwel het uitgangspunt dat eenieder in beginsel moet kunnen zijn wie hij of zij meent te zijn, gewaarborgd kan zijn. In paragraaf 6.1 zal ik het begrip ‘autonomie’ en het daarmee verbonden begrip ‘authenticiteit’ nader onderzoeken. Ik zal betogen dat autonomie intersubjectief begrepen moet worden en dat de Transformatieve Dialoog constitutief is voor autonomie, hetgeen impliceert dat in een Transformatieve Dialoog autonomie gewaarborgd is. De oplossingen die erdoor tot stand worden gebracht zijn daarom niet alleen stabiel, maar ook rechtvaardig. Echter, in een IRMC kan niet aangenomen worden dat partijen open staan voor een transformatie van identiteit. In paragraaf 6.2 zal ik daarom aan de hand van relaties van sociale erkenning laten zien dat het in een IRMC zelf-ondermijnend is om niet gecommitteerd te zijn aan de Transformatieve Dialoog. De betekenishorizon van partijen in een IRMC bevat onvermijdelijk een (mogelijk ongearticuleerd) commitment aan de Transformatieve Dialoog. Ik sluit in paragraaf 6.3 af met reflecties op de toegevoegde waarde van de theorie van de Transformatieve Dialoog en concludeer dat institutionalisering van de Transformatieve Dialoog belangrijk is voor een succesvolle toepassing van de theorie, hetgeen het onderwerp zal zijn van hoofdstuk 7. 6.1 Autonomie en authenticiteit In deze paragraaf verken ik hoe in een Transformatieve Dialoog, waarin partijen onderlinge overeenstemming bereiken over elkaars identiteit, de autonomie van betrokken partijen gewaarborgd kan zijn. Hiertoe zal ik in paragraaf 6.1.1 betogen dat met een individualistisch begrip van autonomie bij een eventuele transformatie van identiteit geen onderscheid gemaakt kan worden tussen authenticiteit en zelf-bedrog. Een individualistisch begrip van autonomie wordt vaak verbonden aan liberale visies op autonomie. In paragraaf 6.1.2 zal ik betogen dat een liberale visie op autonomie en authenticiteit mogelijk is die niet individualistisch, maar intersubjectief is. Tenslotte zal ik in paragraaf 6.1.3 betogen dat een intersubjectief begrip van autonomie niet alleen gewaarborgd is in de Transformatieve Dialoog, maar erdoor wordt geconstitueerd. 6
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw