591108-Bekkers

159 Transformatie van zelf-begrip Partij A biedt op zijn beurt dezelfde begeleiding aan partij B, waardoor partij B het perspectief van partij A leert kennen. Bijvoorbeeld, een voorstander van Zwarte Piet kan vertellen wat de betekenis van het Sinterklaasfeest mét Zwarte Piet voor hem of haar is en een tegenstander kan uitleggen waarom dit kwetsend is. Zelfstandig kunnen beide partijen zich het perspectief van de ander niet eigen maken, daarvoor is die belevingswereld te anders dan de eigen. Onder begeleiding, stap voor stap, kan men de betekenis van Zwarte Piet voor de ander zich eigen maken, net zoals een kind stap voor stap zijn begrip van wat een bal is, uitbreidt tot en met de normatieve verwachtingen ten aanzien van buitenspel. Dit proces kan wederzijds plaatsvinden. Partijen begeleiden elkaar in een fusie van horizonnen stap voor stap om het begrip van de andere partij te vergroten totdat zij beider identiteiten zien als alternatieven ten opzichte van een gedeelde menselijke constante. In het geval van het conflict over Zwarte Piet zou die constante kunnen gaan over respect en zelf-expressie. In paragraaf 5.1.3 heb ik betoogd dat zo’n gedeelde menselijke constante in theorie altijd is te vinden, maar bij conflicten tussen partijen met zeer verschillende identiteiten abstract kan zijn. Op het moment van een fusie van horizonnen zijn partijen present met tenminste twee alternatieven van zichzelf. Dit verworven begrip impliceert al een transformatie in het zelfbegrip van beide partijen. Waar beide partijen zich voorheen hardnekkig begrepen als “ik ben X”, begrijpen partijen zichzelf nu tenminste als “ik ben X, maar dat had ook Y kunnen zijn”. De inhoudelijke kern X van de eigen identiteit is hiermee niet getransformeerd, maar de vanzelfsprekende vaststaande status is minder absoluut geworden. Voorafgaand aan de fusie van horizonnen delen de voorstanders van Zwarte Piet een betekenishorizon met elkaar waarin Zwarte Piet een waardevol en essentieel onderdeel is van het Sinterklaasfeest. In de betekenishorizon van de tegenstanders is Zwarte Piet een uiting van racisme en onderdrukking. Door de fusie van horizonnen maken beide partijen zich een gezamenlijke nieuwe horizon eigen. In deze nieuwe betekenishorizon wordt Zwarte Piet begrepen als ‘een figuur die een waardevol en essentieel onderdeel van het Sinterklaasfeest kan zijn, maar ook gezien kan worden als een uiting van racisme en onderdrukking’. Deze nieuwe betekenishorizon is constitutief voor hoe zowel de voorstander als de tegenstander zichzelf kan begrijpen. In een fusie van horizonnen hoeft iemand zich nog niet te identificeren als een heel ander alternatief van zichzelf. Men kan zelfs nog van mening zijn dat de andere partij het verkeerd ziet. Kortom, het conflict is nog niet opgelost. Wat wel is veranderd: vanaf het moment van de fusie van horizonnen kan de nieuwverworven kennis en het begrip van de andere partij niet meer weggedacht worden. Het perspectief van de andere groep is voor elke rationele partij een relevant gegeven geworden voor het eigen zelf-begrip (conform de conclusie in paragraaf 3.2.2). Conclusie Een geslaagde fusie van horizonnen leidt onvermijdelijk tot een transformatie in zelf-begrip. Men begrijpt zichzelf tenminste als iemand die ook anders, zelfs net als de ‘tegenpartij’, had kunnen zijn. Soms is wederzijdse begripsverwerving al voldoende om een identiteitsgerelateerd 5

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw