591108-Bekkers

156 Hoofdstuk 5 Het punt dat ik beoog te illustreren is dat een niet-gefixeerde identiteit in sommige situaties voordelen biedt bij het oplossen van een identiteitsgerelateerde coördinatieprobleem. Als de identiteit van de lokker gefixeerd is, terwijl zijn loopvermogen afneemt, dan neemt de effectiviteit van het team af en op een dag zal de lokker door de mammoet overlopen worden. De stam moet dan alsnog een nieuwe lokker aanwijzen, maar heeft wel een stamlid verloren dat op andere manieren van nut had kunnen zijn. Kortom, zolang zelf-begrip niet gefixeerd is geraakt, kan een proces van mindshaping identiteitsgerelateerde coördinatieproblemen oplossen. Merk hierbij op dat een niet-gefixeerd geraakt zelf-begrip ook een identiteit is, en niet slechts een rol. Het is immers hoe of wie iemand zichzelf beschouwd te zijn, en niet een rol die iemand vervult tegen de achtergrond van nog een aanvullend zelf-begrip dat beschrijft wie iemand echt is. Als het zelf-begrip gefixeerd is geraakt, dan is een identiteitsgerelateerd coördinatieprobleem niet zo makkelijk op te lossen. In dat geval is er niet langer sprake van een (oplosbaar) coördinatieprobleem, maar ontstaat een hardnekkig identiteitsgerelateerd moreel conflict. Ook in de analyses van deel I is gebleken dat het vasthouden van partijen aan hun identiteit, ofwel fixatie van het zelf-begrip, ertoe leidt dat de onderzochte theorieën geen stabiele en rechtvaardige oplossing kunnen onderscheiden. Fixatie van zelf-begrip is de kern van de hardnekkigheid van IRMC’s. Dat mindshaping ingezet wordt om coördinatieproblemen op te lossen blijkt bijvoorbeeld uit hoe mensen handelen als iemand zich niet houdt aan bepaalde sociale normen. In zulke gevallen zal deze persoon aangesproken worden, verwijten krijgen et cetera (McGeer 2015, 271). Bijvoorbeeld, als iemand zich niet aan de verkeersregels houdt, dan proberen we hem of haar in het gareel te krijgen. We beperken ons dan niet tot mindreading door een model te ontwikkelen als “als nummerbord X in zicht is, remmen, want die stopt niet voor rood”. Als iemand geen mammoet-lokker meer wil zijn, dan zullen we -als van een succesvolle lokker afhankelijke teamgenoot- in eerste instantie tegen dat nieuwe zelf-begrip protesteren of op zijn minst verwonderd zijn. Als we dat nieuwe zelf-begrip accepteren, dan zullen we ons niet als mindreaders beperken tot een bijgesteld model van die persoon. We zoeken dan iemand anders die de nieuwe lokker gaat zijn. Voortbouwend op deze vanzelfsprekende menselijke praktijken, zal ik in paragraaf 5.3.3 betogen dat met een vorm van mindshaping een rechtvaardige en stabiele oplossing van IRMC’s kan worden onderscheiden. Conclusie Het idee van een vaststaande identiteit is een misverstand. Er is hooguit sprake van een gefixeerd zelf-begrip. Het is plausibel dat identiteit voortdurend verandert onder invloed van wederzijdse mindshaping-processen (en self-mindshaping), waarmee (identiteitsgerelateerde) coördinatieproblemen worden opgelost.205 205 Deze conclusie laat de mogelijkheid open dat een identiteit weliswaar niet vaststaat, maar alleen door manipulatie of dwang veranderd kan worden. De Transformatieve Dialoog zoals in paragraaf 5.1.1 uitgewerkt beoogt de autonomie van alle betrokkenen te waarborgen. Alleen dan kan een stabiele en rechtvaardige oplossing worden onderscheiden. In paragraaf 5.3 zal ik eerst ingaan op de vraag hoe iemand kan bepalen welk alternatief van zichzelf authentiek is. Het zal blijken dat het antwoord op deze vraag verdieping vereist over hoe autonomie gewaarborgd kan zijn in een Transformatieve Dialoog, ofwel hoe transformatie van identiteit met behoud van

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw