155 Transformatie van zelf-begrip Zowel het zelf-begrip in het heden als in de toekomst wordt mede door mindshaping tot stand gebracht. Iemand kan zichzelf op enig moment op een bepaalde manier begrijpen, en tegelijkertijd ‘target’ zijn van mindshaping. Het zelf-begrip staat dus niet vast, en aangezien zelf-begrip binnen een betekenishorizon gevormd wordt, is er geen onderbouwing voor het idee dat door introspectie een ware, vaststaande identiteit ontdekt kan worden. Vanuit het perspectief van mindreading is er wel sprake van een praktisch verschil doordat mensen meer data over het eigen zelf-model verzamelen. Echter, op onderdelen kan het model dat anderen vormen tenminste net zo betrouwbaar zijn. Wel hebben mensen eerste persoonsautoriteit in de zin dat ze controle hebben over het waarmaken van het eigen zelfbegrip (McGeer 1996, 505). Deze eerste persoonsautoriteit is een vorm van self-mindshaping, en geen exclusieve toegang tot een ware identiteit. Kortom, het idee van een vaststaande identiteit is vanuit mindreading en mindshaping te begrijpen als een fixatie van het zelf-begrip die wordt verward met waarheid. De relevantie van dit inzicht blijkt uit het feit dat er situaties zijn waarin een gefixeerd zelf-begrip nadelig is. Stel dat een van de leden van het jachtteam altijd de rol heeft gehad om de mammoet een bepaalde kant op te lokken, terwijl anderen klaar staan met speren. De lokker ervaart op enig moment dat hij minder soepel rent, en komt tot de ‘conclusie’204 dat zijn dagen als lokker voorbij zijn. Bij de eerstvolgende jacht neemt de ex-lokker plaats tussen de andere speerwerpers, en iedereen kijkt hem verwonderd aan, want zo kennen ze hem niet. Er is sprake van een mismatch tussen het (nieuwe) zelf-model en hoe anderen de lokker zien. Er kunnen twee dimensies zijn van deze mismatch. In de eerste plaats kan de mismatch te maken hebben met feitelijke vooronderstellingen. Laten we aannemen dat hij inderdaad minder hard rent dan vroeger. In de tweede plaats is er de mismatch van zijn sociale identiteit als ‘lokker’, en zijn nieuwe zelf-model als ’niet langer geschikt als lokker’. Er is dan sprake van een identiteitsgerelateerd coördinatieprobleem. Een identiteitsgerelateerd coördinatieprobleem is een coördinatieprobleem dat raakt aan het zelf-begrip van een of meer partijen. Ik onderscheid dit van een identiteitsgerelateerd moreel conflict. Een IRMC ontstaat als partijen in een identiteitsgerelateerd coördinatieprobleem een gefixeerd geraakt zelf-begrip hebben. Het coördinatieprobleem wordt dan niet opgelost en partijen blijven hardnekkig claimen dat de ander zich moet aanpassen. Een identiteitsgerelateerd coördinatieprobleem kán opgelost worden door mindshaping. Een mogelijkheid is dat de ex-lokker op een of andere manier zijn collega’s overtuigt dat het voor iedereen beter is als iemand die harder rent zijn rol overneemt. Of, hij wordt door de stamoudste herinnerd aan zijn inwijding als lokker en hij neemt op grond van de autoriteit van de stamoudste zijn oude zelf-begrip weer aan (en wordt op enig moment overlopen door een mammoet, zodat er alsnog een nieuwe lokker benoemd moet worden). En, als het coördinatieprobleem niet wordt opgelost, dan wordt hij wellicht verbannen (waarna er alsnog een nieuwe lokker moet komen). 204 De aanhalingstekens staan er om de aanname te voorkomen van een bewuste toeschrijving van een mentale toestand. 5
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw