154 Hoofdstuk 5 Als iemands zelf-begrip herhaaldelijk bevestigd wordt door zowel de sociale omgeving als iemands eigen ervaringen, dan kan het zelf-begrip ‘gefixeerd’ raken. Met gefixeerd bedoel ik dat het steeds herbevestigde en sociaal geaccepteerde zelf-model geïnterpreteerd wordt als ‘zo ben ik’ en het bijbehorende persoonsmodel als ‘zo is hij of zij’,201 ofwel een vaststaande identiteit. Vanuit de sociale omgeving kan de interpretatie van een vaststaande identiteit ook bevorderd worden. Immers, hoe vaster het zelf-begrip hoe meer er op die persoon gerekend kan worden. Neem bijvoorbeeld een succesvol team in het mammoetjagen. Als het tijd is om te jagen, dan gaat dit team vanzelfsprekend op weg, want zij begrijpen zichzelf als de mammoetjagers van de stam. Er vindt niet elke keer een discussie plaats over wie er moeten gaan jagen. Gezien de gevaren van het jagen biedt het de stam voordelen dat de jagers een min of meer vaststaand zelf-begrip hebben als jager. Dit kan bijvoorbeeld geïnstitutionaliseerd worden door een inwijdingsritueel. Vanuit het perspectief van zowel mindreading als mindshaping is het idee van een vaststaande identiteit een misverstand. Er is hooguit sprake van een gefixeerd geraakt zelf-model respectievelijk persoonsmodel dat wordt verward met ‘hoe iemand echt is’. Ondersteuning voor het idee van een vaststaande identiteit kan gezocht worden in de eigen directe subjectieve ervaring van gevoelens en gedachten. Die met het gefixeerde zelf-begrip overeenstemmende gevoelens en gedachten kunnen opgevat worden als een bevestiging van de juistheid van een zelf-begrip of geïnterpreteerd worden als uitingen van een innerlijk zelf. Door ‘in zichzelf te kijken’, ofwel door introspectie, zou iemand dan zijn of haar identiteit kunnen ontdekken als iets wat vaststaat en waar een persoon zelf exclusieve toegang tot heeft. Vanuit het perspectief van mindshaping is het idee dat door introspectie een vaststaande identiteit ontdekt kan worden een misvatting.202 Wat mogelijk is als zelf-begrip wordt geconstitueerd door de betekenishorizon, en die is door mindshaping tot stand gebracht. Er blijft altijd mindshaping plaatsvinden. Betekenishorizonnen en zelf-, persoons- en situatiemodellen blijven in ontwikkeling. Als een gemeenschap georganiseerd is rond min of meer stabiele sociale normen, dan is er na een geslaagde socialisatie weinig aanleiding meer om het zelfbegrip te blijven aanpassen (en kan fixatie ook voordelen bieden). Dat betekent niet dat er een ware identiteit is die door introspectie kan worden ontdekt. De gedeelde betekenishorizon kan bijvoorbeeld door nieuwkomers of innovatoren worden uitgedaagd. Door mindshaping kan een betekenishorizon vervolgens veranderen en daarmee ook het zelf-begrip.203 201 Deze conclusie is op zichzelf een voorbeeld van mindshaping, want als iemand tot de conclusie komt dat een zelf-model correct is, dan heeft dat direct een committerende werking. Een folk-psychological agent kan niet de overtuiging hebben dat een bepaald zelf-model correct is en dan niet gecommitteerd zijn ernaar handelen (hetgeen wel kan mislukken) (Fernández-Castro and Martínez-Manrique 2021, 158–59). 202 Dat kennis op basis van introspectie een illusie is, is ook betoogd door (Carruthers 2009, 216) en (Gopnik 1993, 10). 203 Het zelf-begrip wordt dus mede in interactie gevormd. Daarbij blijft het ook mogelijk dat iemand door individuele reflectie tot een inzicht komt. Zolang als dit geen coördinatieprobleem oplevert, kan zulke individuele betekenisgeving onderdeel worden van het zelf-begrip, en anderen kunnen iemand die erkenning ook geven. Als dit wel een identiteitsgerelateerd coördinatieprobleem oplevert, dan kan een oplossing door mindshaping tot stand komen en niet door mindreading. De wijze waarop een individu kan reflecteren wordt overigens ook bepaald door de betekenishorizon. De betekenishorizon verschaft de achtergrondovertuigingen die nodig zijn om de eigen innerlijke ervaring te interpreteren.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw