151 Transformatie van zelf-begrip Kortom, sociale normen zorgen ervoor dat het holisme-probleem wordt voorkomen en dat coördinatieproblemen (efficiënter) kunnen worden opgelost.196 Sociale normen kunnen coördinatieproblemen op twee manieren helpen oplossen. In de eerste plaats kan een sociale norm direct specifiek handelen voorschrijven. Mensen kunnen hun handelen dan direct succesvol coördineren, zonder dat ‘mindreading’ nog nodig is, zoals bijvoorbeeld bij verkeersregels of de gewoonte om een cadeautje te geven als iemand jarig is (Zawidzki 2008, 204–5). In de tweede plaats, als zich toch een situatie voordoet waarop geen sociale norm van toepassing is, dan maakt een gedeelde betekenishorizon (o.a. gevormd door sociale normen en bijbehorende overtuigingen) het gemakkelijker om de ander bijvoorbeeld door een strategie gebaseerd op directe waarneming, simulatie of theorievorming te begrijpen en zo een coördinatieprobleem op te lossen. Sociale normen die onderdeel zijn van deze betekenishorizon nemen veel interpreterend (of theorievormend) werk over (McGeer 2007, 149). Een gedeelde betekenishorizon met een vormende werking op de menselijk geest is voor mensen dus cruciaal om effectief en efficiënt sociaal te kunnen functioneren. Dit inzicht maakt de hardnekkigheid van IRMC’s (in dit citaat: ‘religiously and ethnically motivated conflict’) begrijpelijk: “The intensity of so-called tribal instincts (…) in driving religiously and ethnically motivated conflict in the contemporary world is also easily explained by the mind- shaping hypothesis: we care that our own normative frameworks prevail against others because our ability to understand and flourish in the social world depend on the integrity of the normative frameworks that shaped us and continue to structure our social worlds.” (Zawidzki 2013, 237) 196 De redenering in deze paragraaf komt overeen met de uitleg die Joseph Heath geeft aan een theoretisch en praktisch discours (Heath 2001, 259–77). Heath betoogt dat succesvol strategisch handelen alleen mogelijk is als iedereen dezelfde overtuigingen heeft. Immers, het is niet mogelijk een succesvolle strategische handeling te kiezen op basis van een overtuiging over welke overtuigingen een ander heeft over de overtuigingen die ik heb, aangezien dit tot een oneindige regressie leidt. Zonder actuele overeenstemming over geldige overtuigingen is succesvol strategisch handelen niet mogelijk. Een theoretisch discours is dan ook gericht op overeenstemming van iedereen. In praktisch opzicht is er nooit sprake van zulke complete kennis over een ander. Wat strategisch succesvol is, is dan ook onbepaald. Sociale normen vervullen de functie om het aantal handelingsopties zodanig terug te brengen dat er op basis van instrumentele rationaliteit gehandeld kan worden. Om deze rol te vervullen kunnen sociale vormen op diverse wijze inhoud krijgen, zolang ze binnen de groep die het aangaat maar eenduidig zijn. Een praktisch discours is dan ook gericht op overeenstemming van alle direct betrokkenen (‘all affected’). Tenslotte, persoonlijke voorkeuren of waarden hebben geen afhankelijkheid van anderen en leiden niet tot onbepaaldheid in strategisch handelen. Sociale normen zijn pas nodig als er een conflict of coördinatieprobleem optreedt vanwege botsende voorkeuren of waarden. In dat geval ontstaat die afhankelijkheid wel omdat er onzekerheid is over hoe de ene partij zal reageren op de andere partij en wat daar de effecten van zijn. Vanwege deze onzekerheid kan wederom niet bepaald worden wat succesvol strategisch handelen is, en is er een pragmatische reden om te zoeken naar convergentie door een aanvullende sociale norm overeen te komen, hetgeen de vorm kan krijgen van een identiteit. Als beide partijen aan hun voorkeuren of waarden die aanleiding geven voor het conflict zijn gehecht, omdat het hun identiteit betreft, ontstaat de situatie die ik in dit proefschrift onderzoek. 5
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw