591108-Bekkers

150 Hoofdstuk 5 Twee automobilisten die (in afwezigheid van verkeersregels) met hoge snelheid op een kruispunt afrazen, kunnen hun coördinatieprobleem heel moeilijk door verklaren en voorspellen oplossen. Stel dat ze beide afremmen. Als ze dit van elkaar zien, zal ieder van hen aan de ander de intentie toeschrijven om te stoppen en dus zal ieder zelf gas geven. Zodra ze zien dat de ander weer gas geeft, remmen ze weer af. Vervolgens geeft geen van beide gas (want inmiddels hebben ze van elkaar het model gevormd dat de ander gas geeft als deze ziet dat er geremd wordt). Enfin, als ze uiteindelijk door gebaren tot een coördinatie komen, zullen ze met horten en stoten zonder botsing het kruispunt kunnen overkomen. Dit is zo inefficiënt dat een samenleving die sociale normen in de vorm van verkeersregels institutionaliseert veel voordelen biedt. Dit probleem van mindreading is niet beperkt tot het verkeer, maar vindt plaats in alle aspecten van het menselijk leven. Al dan niet bewust proberen mensen uiteenlopende verlangens, plannen, behoeften et cetera te vervullen (door mij samengevat als ‘commitments’). Dit levert coördinatieproblemen op, waar mensen oplossingen voor proberen te vinden. Net als in het kruispunt-voorbeeld zijn er in zulke coördinatieproblemen veel onbekende variabelen, waardoor mindreading niet snel én nauwkeurig genoeg is. Het kruispunt-voorbeeld illustreert hoe in coördinatieproblemen tussen mensen een regressie optreedt, doordat beide automobilisten een beeld van elkaar vormen, maar daarbij ook rekening houden met het beeld dat de ander vormt et cetera. Dit geldt voor alle interacties waarin twee personen een conflicterend commitment proberen te realiseren (Heath 2001, 79).194 Dit probleem van een oneindige regressie kwam ook naar voren bij de analyse van onderhandeling in IRMC’s (zie paragraaf 3.2.3) Het selectie-argument van Zawidzki is dat sociale groepen die door vormen van mindshaping een bepaalde homogeniteit tot stand brengen in wat mensen van elkaar kunnen verwachten een evolutionair selectievoordeel hebben op groepsniveau (Zawidzki 2013, 112–22).195 De sociale normen die de gevormde homogeniteit borgen, maken de onderlinge voorspelbaarheid en betrouwbaarheid groter: “This socially instituted normative practice drastically reduces the space of possibilities that we must consider in order to coordinate with our fellows. Molding behavior through legislation and education helps solve a coordination problem that is otherwise intractable.” (Zawidzki 2008, 199) 194 Voorstanders van TT reageren op bezwaren ten aanzien van de in paragraaf 5.2.1 genoemde zwaarte van TT dat het vermogen van kinderen om (counterfactual) theorieën te vormen en razendsnel te testen aan grote hoeveelheden (statistische) ervaringsgegevens ontzagwekkend is: “Indeed we would say, not that children are little scientists, but that scientists are big, and relatively slow, children.” (Gopnik and Wellman 1992, 168). Het is moeilijk voorstelbaar hoe -zelfs als een ontzagwekkende rekencapaciteit bij kinderen wordt verondersteld– interactieve coördinatieproblemen met een oneindige regressie kan worden opgelost zonder aanvullende (sociale) randvoorwaarden. 195 Voor het betoog van Zawidzki is het belangrijk dat mindshaping mogelijk is zonder mindreading te veronderstellen, ofwel zonder het toeschrijven van mentale toestanden (Zawidzki 2013, 145–46). Voor dit proefschrift doet dat niet ter zake, aangezien mindshaping en mindreading gecombineerd toegepast kunnen worden. Mindshaping kan ook plaatsvinden door het toeschrijven van mentale toestanden, ofwel door mindreading.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw