591108-Bekkers

147 Transformatie van zelf-begrip Op basis van intensieve omgang met elkaar, kunnen anderen wel degelijk ook betrouwbare modellen vormen van een persoon (tenminste op deelaspecten) (Gopnik 1993, 6–12). Uit psychologisch onderzoek blijkt ook dat mensen hun eigen mentale toestanden vaak slecht kennen.188 Onze ervaringen worden gekleurd door de modellen die we hebben van onszelf en anderen (Gopnik 1993, 10–11). In paragraaf 5.2.3 kom ik terug op de (on)houdbaarheid van het idee van een vaststaande identiteit die wij zelf het beste zouden kennen. Conclusie De ontwikkeling van ons begrip van anderen en ons zelf-begrip kan begrepen worden als -al dan niet onder begeleiding- de vorming van modellen van anderen, situaties en onszelf die steeds beter aansluiten bij waargenomen data. 5.2.2 Mindshaping: elkaar begrijpen is elkaar reguleren Bij ‘mindreading’ is het begrijpen van een ander geconceptualiseerd vanuit het derde persoonsperspectief: op basis van waarnemingen wordt steeds nauwkeuriger een beschrijvend model gemaakt van een ander (en van onszelf). Een betrouwbaar model kan in praktische situaties benut worden om te anticiperen op het gedrag van een ander. Bijvoorbeeld, een situatiemodel van kinderen-in-het-verkeer zorgt ervoor dat een automobilist direct vaart mindert als hij of zij een fietsend kindje ziet naderen. Dit situatiemodel houdt namelijk in dat kinderen minder overzicht hebben en bovendien soms onhandige en onverwachte manoeuvres kunnen uitvoeren. Op deze manier lost de automobilist het ‘coördinatieprobleem’ (De Jaegher and Paolo 2007, 490) tussen hemzelf en het fietsende kind op, en voorkomt een botsing. Bij mindreading gaat het dus om verklaren en voorspellen. De ouders van het fietsende kind beperken zich daarentegen niet tot verklaren en voorspellen. Zij zijn in interactie met het kind om het kind op te voeden tot een competente verkeersdeelnemer. Kinderen worden getraind in verkeersregels als ‘stoppen voor rood’ en gedragsregels als ‘eerst links kijken, dan rechts, en voor je oversteekt nog een keer links’. Kinderen leren zich betrouwbaar te gedragen naar zulke regels; ze maken zich de regels eigen. Ze worden onderdeel van hun zelf-model. Kortom, naast ‘mindreading’ (door de intenties en/of andere mentale toestanden van het kind te voorspellen), is er ook sprake van ‘mindshaping’ (door de intenties en/of andere mentale toestanden van het kind te vormen). Deze mindshaping resulteert in een zelf-begrip als ‘competente verkeersdeelnemer’, en naarmate het kind opgroeit zullen andere verkeersdeelnemers het opgroeiende kind vanuit het situatiemodel ‘competente verkeersdeelnemer’ benaderen. 188 Psychologische onderzoeken laten zien dat mensen hun eigen mentale toestanden in het algemeen niet nauwkeurig kennen. In een bekend artikel (Nisbett and Wilson 1977, 243–44, 249) wordt een experiment beschreven waarin aan mensen wordt gevraagd kousen uit te kiezen en daarna te verklaren waarom ze juist die gekozen hebben. Ofschoon alle aangeboden kousen exact hetzelfde zijn, geven mensen verklaringen op basis van de specifieke kenmerken van de kousen die zij hebben uitgekozen. In werkelijkheid heeft de plek waar de kousen liggen veel invloed op de keuze. Interessant hierbij is dat mensen anderen op dezelfde manier verkeerd interpreteren (McGeer 1996, 491). Meer data betekent niet altijd nauwkeuriger modelvorming, bijvoorbeeld als deze gefilterd worden door een vertekenend interpretatieschema (McGeer 1996, 500). 5

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw