143 Transformatie van zelf-begrip gegeven beschouwt (afgezien van persoonlijke leer- en ontwikkelmomenten). Gezien de hardnekkigheid lijkt dit voor partijen in IRMC’s aan de orde. Het is dan wel mogelijk om een ander te begrijpen, zelfs in een fusie van horizonnen. Het inzicht kan dan zijn: inderdaad als ik in jouw context was geboren, dan was ik zoals jij geweest, maar nu ben ik geworden wie ik ben, en dat is onveranderlijk. In paragraaf 5.2 zal ik aan de hand van ontwikkelingspsychologische inzichten betogen dat uitgaan van een vaststaande identiteit niet gerechtvaardigd is. Stap 4: Interne en externe consistentie in netwerken van commitments Vanwege hun commitment om het conflict op te lossen, zullen partijen onderling afstemmen of een voorgenomen, nieuwe identificatie een netwerk van commitments met zich meebrengt dat consistent is met het (al dan niet getransformeerde) netwerk van de ander. In de casus vloeit dit op natuurlijke wijze uit de interactie voort. Als dat niet vanzelf gaat, dan kunnen partijen expliciet naar andere alternatieven van zichzelf zoeken, bijvoorbeeld door de scope van het betwiste deel van het netwerk van commitments te vergroten (zie paragraaf 5.1.1). Dit iteratieve afstemmingsproces kan - omdat het over zelf-begrip en essentiële commitments gaat- een moeilijk en emotioneel proces zijn, maar er zijn na de voorgaande stap geen theoretische belemmeringen. Die doen zich pas voor bij de vraag als welk alternatief van zichzelf iemand zich zal identificeren. Stap 5: Transformatie: identificatie als een nieuw alternatief van zichzelf Zelfs als een fusie van horizonnen heeft plaatsgevonden en partijen verschillende alternatieven van zichzelf hebben onderscheiden èn interne en externe consistentie hebben kunnen bepalen, hebben partijen een reden nodig om zich daadwerkelijk te identificeren als een nieuw alternatief van zichzelf. Een transformatie omwille van de interne consistentie van het eigen netwerk van commitments is rationeel. Het commitment om het conflict op te lossen, geeft een goede reden om ook externe consistentie te zoeken. Maar, is dat reden genoeg om de commitments die iemand als essentieel beschouwt voor wie hij of zij is te vervangen door nieuwe? Hoe kunnen partijen bepalen welk alternatief van zichzelf authentiek voor hen is, het oorspronkelijke of een nieuwe? En welke van de nieuwe als er meerdere opties zijn? In paragraaf 5.3 zal ik onderzoeken welk criterium partijen kunnen hanteren bij hun identificatie als een (nieuw) alternatief van zichzelf. Ik zet de mogelijke theoretische belemmeringen per stap op een rij, en geef aan in welke paragraaf ik op de betreffende belemmering inga: • Stap 1: Commitment aan conflictoplossing: in paragraaf 6.2.3 zal ik laten zien dat het commitment aan een oplossing van een IRMC noodzakelijk is voor een zelf-begrip als autonoom persoon; • Stap 2: Fusie van horizonnen: hierboven (in deze paragraaf) heb ik betoogd dat aangenomen kan worden dat in theorie altijd een menselijke constante gevonden kan worden; 5
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw