591108-Bekkers

139 Transformatie van zelf-begrip Twee mannen, Regis en Charles, hebben een conflict. Regis is een grote, streng ogende man van middelbare leeftijd. Charles is een jonge man heeft een gemiddelde lengte en is lichtgebouwd. Regis heeft een aanklacht ingediend tegen Charles, omdat zijn 13-jarige zoon Jerome door Charles is aangevallen. Beide partijen stemmen in met een mediation-proces. Regis krijgt als het eerste het woord. Hij vertelt dat hij de laatste keer dat zijn zoon door Charles werd aangevallen achter Charles is aangegaan, dat hij hem te pakken heeft gekregen en op de grond heeft gedrukt. Regis toont daarbij een zilveren insigne van de penitentiaire inrichting waar hij werkt: “Ik wil dat Charles achter tralies verdwijnt”. In reactie op de vraag van de mediator hoe goed hij Charles kent, antwoordt hij dat hij Charles helemaal niet kent; hij weet wel dat Charles in een andere buurt woont. Regis weet ook niet waarom Charles zijn zoon heeft aangevallen, maar vindt dat dat er niet toe doet omdat het om een kind gaat. Charles zou naar hem moeten komen als er een probleem is. Dan is Charles aan de beurt. Hij legt uit dat hij Regis’ zoon en diens vrienden tegenkomt als hij naar de bus loopt om naar zijn werk of naar zijn vriendin te gaan en dat de kinderen bijna altijd ‘dingen’ naar hem roepen. Charles voegt eraan toe dat het misschien niet juist was dat hij Regis’ zoon Jerome aanviel en dat hij ook niet zeker weet of Jerome altijd degene was die hem nariep. Hij begrijpt niet waarom ze ‘dingen’ tegen hem roepen als hij alleen maar langsloopt. De mediator vraagt of Charles nog iets meer wil zeggen over de ‘dingen” die Jerome en zijn vrienden hebben gezegd. Charles is lange tijd stil. Het is duidelijk een gevoelig onderwerp. Regis kijkt zijn zoon streng aan en zegt dat hij Jerome en zijn vrienden heeft opgedragen geen gemene dingen tegen Charles te roepen en geen ‘stenen te gooien als we allemaal in glazen huizen wonen’. Regis wijst naar Charles en legt aan de mediator uit dat Charles kreupel loopt. De mediator vraagt of Charles wist dat Regis zijn zoon en diens vrienden had opgedragen om geen gemene dingen te roepen. Charles wist dat niet, maar bleek wel aangedaan door wat Regis vertelde. Op dit moment bleek het mogelijk om afspraken te maken en deze op papier te zetten. In de casus van de gevoelige bullebak hebben beide partijen claims over hoe de ander wel of niet zou moeten handelen. Hoewel de casus niet expliciet spreekt over identiteit, wordt uit de beschrijving duidelijk dat de opvattingen van Regis en Charles sterk verbonden zijn met wat essentieel voor hen is. Om de (impliciet) betwiste authenticiteitsclaims helder te krijgen interpreteer ik deze casus als volgt. Charles is van mening dat Regis minder streng en hardvochtig zou moeten zijn. Dit zijn eigenschappen die Regis beschouwt als onderdeel van wie hij is, gezien de trots waarmee hij zijn badge laat zien. Andersom, Regis is van mening dat Charles zich als een verantwoordelijke volwassene moet gedragen. Dat is Charles wel met Regis eens, maar ten aanzien van zijn kreupel zijn, lijkt Charles eerder kwetsbaar en onzeker te zijn. Stap 1: Commitment aan conflictoplossing Aangezien beide mannen hebben ingestemd met de mediation neem ik aan dat zij een commitment hebben om het conflict op te lossen. 5

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw