591108-Bekkers

132 Hoofdstuk 5 1.2.2 heb ik als kader voor rechtvaardigheid gesteld dat ieder mens in beginsel moet kunnen zijn wie hij of meent te zijn, en wat voor hem of haar essentieel is ook tot uitdrukking moet kunnen brengen. De positie van partij A verhindert dit. Ervan uitgaande dat partij A het uitgangspunt wel onderschrijft, impliceert de positie van A dat partij A claimt dat het zelfbegrip van partij B niet correct is. Partij A accepteert de geldigheidsclaim van partij B in de subjectieve dimensie niet. Hoewel het niet per se noodzakelijk is, ligt het voor de hand dat partij A een dergelijke positie alleen inneemt als er iets essentieels voor partij A op het spel staat. Voor B geldt dezelfde redenering. Met andere woorden, in een IRMC claimen beide partijen dat de ander zichzelf anders zou moeten begrijpen, ofwel er is wederzijds sprake van conflicterende authenticiteitsclaims. Door een IRMC te begrijpen in termen van conflicterende authenticiteitsclaims, is een nadere invulling van wat ik bedoel met ‘authenticiteit’ nodig. Een authentieke claim is een claim die in subjectieve zin geldig is, ofwel een zelf-begrip zonder vergissingen. In de loop van dit hoofdstuk zal blijken dat nadere analyse nodig is van wat authenticiteit precies inhoudt, en die analyse vindt plaats in paragraaf 6.1. In deel I is gebleken dat het onderscheiden van een rechtvaardige en stabiele oplossing van IRMC’s juist problematisch is vanwege de subjectieve dimensie. De sociale en objectieve dimensies van een conflict kunnen afdoende begrepen worden in termen van een theoretisch respectievelijk praktisch discours. De Transformatieve Dialoog kan daaraan toegevoegd worden ten behoeve van de subjectieve dimensie van een conflict. Ik zal nu de stappen onderscheiden van een Transformatieve Dialoog. Deze stappen zijn in conceptuele zin opeenvolgend. Dat wil zeggen dat een volgende stap gebruik maakt van wat in conceptuele zin mogelijk is gemaakt in eerdere stappen. Op toepassing in de praktijk kom ik in paragraaf 7.1.1 terug. Stap 1: Commitment aan oplossing van het conflict Ik neem vooralsnog aan dat er (tenminste) twee partijen zijn met het commitment om hun IRMC op te lossen. In paragraaf 6.2.3 zal ik deze aanname rechtvaardigen. Stap 2: Fusie van horizonnen In hoofdstuk 4 heb ik laten zien dat een fusie van horizonnen een nuttig concept kan zijn om een dialogisch transformatie-proces te begrijpen. Het concept ‘horizon’ heb ik als volgt uitgelegd. De horizon van een claim maakt dat deze claim een bepaalde betekenis voor ons heeft (ik gebruik de term ‘betekenishorizon’ als ik deze functie van een horizon wil benadrukken). Een horizon bestaat uit een verzameling overtuigingen (en bijbehorende implicaties) die het mogelijk maken de claim te begrijpen (‘horizonovertuigingen’) en samen de ‘context’ vormen voor de claim. Zonder kennis van deze context, kunnen claims niet volledig begrepen worden. Bijvoorbeeld, de claim van een milieuactivist dat iemand geen vlees meer moet eten neemt de milieuactivist dan helemaal niet serieus. En andersom geldt dit ook. Als de milieuactivist aangeeft dat de vleeseter het eten van vlees best essentieel mag vinden, maar dat hij het omwille van het milieu toch niet mag doen, dan wordt de vleeseter niet serieus genomen in zijn claim. Er is geen respect voor het uitgangspunt dat partijen in beginsel tot uitdrukking kunnen brengen wie zij zijn, en mede-constituent zijn van de geldende sociale normen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw