129 Hoofdstuk 5 Transformatie van zelf-begrip In deel I heb ik laten zien dat belangrijke bestaande theoretische denklijnen een stabiele en rechtvaardige oplossing van identiteitsgerelateerde morele conflicten (IRMC) alleen begrijpelijk kunnen maken onder specifieke voorwaarden. Bijvoorbeeld, als identiteit afdoende tot uitdrukking kan worden gebracht in de privésfeer en er in publieke zin sprake is van een ‘overlapping consensus’ (Rawls 1993, 134), of als het resultaat van rationele argumentatie (Habermas 2005, 42) geen tegenstrijdigheid oplevert met het eigen zelf-begrip, of als partijen ervoor open staan om van elkaar te leren en zo tot een verfijnder zelf-begrip te komen (C. Taylor 1994b, 66) kunnen de theorieën van Rawls, Habermas respectievelijk Taylor een stabiele en rechtvaardige oplossing onderscheiden. Echter, in deel I heb ik laten zien dat - juist in IRMC’s - er niet vanuit gegaan kan worden dat aan deze voorwaarden is voldaan. De vraag of en hoe het mogelijk is om een rechtvaardige en stabiele oplossing van IRMC’s te onderscheiden, is daarmee nog steeds een open vraag. Deel I heeft wel inzichten opgeleverd waarop ik in dit deel II zal voortbouwen. Een belangrijke conclusie van deel I is dat de oplossing van IRMC’s een proces vereist waarin betrokken partijen de aan het conflict gerelateerde aspecten van hun identiteit transformeren. De vraag is dan: wie moet op welke manier transformeren, en op grond waarvan? Een verplichting tot transformatie van identiteit lijkt op gespannen voet te gaan met een van de motieven om identiteitsgerelateerde conflicten op te willen lossen, namelijk dat iedereen zou moeten kunnen zijn wie hij of zij is en dat tot uitdrukking zou moeten kunnen brengen. Geïnspireerd op de reconstructie van de Discours Ethiek (paragraaf 3.1) waarin zowel waarheid als juistheid begrepen worden als overeenstemming in een theoretisch respectievelijk praktisch discours, heb ik aan het einde van hoofdstuk 4 het idee gelanceerd om de authenticiteit van iemands zelf-begrip op analoge wijze te begrijpen als een vorm van overeenstemming. Dit idee impliceert dat bij de oplossing van een IRMC de partijen die in een hardnekkig conflict verwikkeld zijn mede zeggenschap hebben over welk zelf-begrip voor de tegenpartij authentiek is (en dat wederzijds). Bij dit idee zijn er twee prangende vragen: 1. Hoe kan een overeenstemmingsproces over authenticiteit precies begrepen worden? 2. Hoe kan de autonomie van de betrokken partijen hierbij gewaarborgd zijn? De eerste vraag staat centraal in dit hoofdstuk. De tweede vraag in het volgende hoofdstuk. In dit hoofdstuk zal ik een beschrijving geven van een overeenstemmingsproces waarmee een stabiele oplossing van IRMC’s kan worden onderscheiden. In hoofdstuk 6 zal ik laten zien hoe de autonomie van betrokken partijen hierbij gewaarborgd is, zodat het overeenstemmingsproces zelf gerechtvaardigd en dus de onderscheiden oplossing rechtvaardig is. Het benodigde overeenstemmingsproces zal ik een ‘Transformatieve Dialoog’ noemen. Ik conceptualiseer 5
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw