124 Hoofdstuk 4 afhankelijk is van Taylor’s onduidelijke aanname van reële constituerende waarden (dus uitgaat van het begrip van waarden als sociaal geconstrueerd conform de voorgaande paragraaf). 4.3.3 Conclusie en vooruitblik In dit hoofdstuk heb ik laten zien dat met behulp van de Articulatie-ethiek een rechtvaardige en stabiele oplossing voor IRMC’s kan worden onderscheiden. Het concept van een fusie van horizonnen en de mogelijkheid van een daaropvolgende verfijnder zelf-articulatie conceptualiseren een discours als moreel-transformatieve ervaring. Echter, de Articulatieethiek is afhankelijk van een onbevredigende aanname van voor mensen reële constituerende waarden om te kunnen spreken van een ‘verfijnder’ zelf-articulatie. Zonder die aanname resulteert een dilemma. Als partijen zich voor elkaar openstellen komen zij uiteindelijk tot het besef dat elke zelf-articulatie arbitrair is, hetgeen tot instabiliteit leidt van een eventuele oplossing van een IRMC. Het alternatief is dat partijen zich vastklampen aan de stabiliteit van het eigen morele kader, waardoor het conflict zich alleen maar verdiept. In een discours over of bepaalde claims waar dan wel rechtvaardig zijn, is er geen sprake van willekeur. Overeenstemming op basis van rationele argumentatie in een echte dialoog bepaalt of een claim als waar dan wel rechtvaardig wordt aangenomen. Hiermee is de Discours Ethiek op het gebied van waarheids- en rechtvaardigheidsclaims niet vatbaar voor het nihilistische argument. Aangezien de Discours Ethiek respectievelijk de Articulatie-ethiek sterk is op die punten waar de andere theorie zwak is, zou een theorie die de sterktes van beide combineert wellicht in staat kunnen zijn om rechtvaardige en stabiele oplossingen voor IRMC’s te onderscheiden. Het idee zou dan zijn dat wat geldt als een verfijnder zelf-articulatie (ofwel authenticiteit) net als waarheid en rechtvaardigheid voor objectieve respectievelijk sociale claims te definiëren door een vorm van overeenstemming. In dat geval zijn partijen in een IRMC alleen authentiek als zij (na een fusie van horizonnen) overeenstemming bereiken over een transformatie van hun identiteit waardoor het conflict verdwijnt. Zo’n theorie heeft tal van uitdagingen, maar is net als de Discours Ethiek niet vatbaar voor het nihilistische argument. In deel II van dit proefschrift zal ik dit idee uitwerken en onderzoeken of op deze wijze een rechtvaardige en stabiele oplossing voor IRMC’s onderscheiden kan worden.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw