591108-Bekkers

110 Hoofdstuk 4 begrip van het onderwerp waar zij een conflict over hebben. Een fusie van horizonnen is dus een noodzakelijke voorwaarde om een ander te begrijpen, maar leidt niet noodzakelijkerwijs tot overeenstemming. Partijen kunnen de betekenis van een claim vanuit een nieuw fusieperspectief begrijpen, maar ieders afzonderlijke sterke waardering in deze nieuwe context kan nog steeds tot conflicterende posities leiden. De gefuseerde context levert wederzijds begrip op, niet per se dezelfde sterke waardering binnen deze nieuwe context. Taylor beweert zelfs niet dat het altijd lukt om een gedeeld begrip te verwerven, laat staan altijd tot overeenstemming te komen: “in practical matters we have to wait and see” (C. Taylor 1995a, 55). Conflicterende partijen kunnen alleen door een fusie van horizonnen op het punt komen van een open reflectie over de vraag of het perspectief van de ander wellicht iets waardevols heeft toe te voegen aan het eigen zelf-begrip. En als de conclusie is dat de ander iets waardevols te zeggen heeft, dan zal ons zelf-begrip transformeren. Bijvoorbeeld, een verstokte vleeseter had zich nooit beseft dat vlees eten zo’n impact heeft op het milieu, ziet dat als een waardevol inzicht voor diens zelf-begrip en besluit vegetariër te worden (of tenminste minder vlees te eten). Tegelijkertijd is het ook mogelijk dat de verstokte vleeseter het perspectief van de vegetariër begrijpt, maar de milieu-impact toch geen voldoende reden vindt voor een verfijnder zelf-begrip. Resumerend, Taylor claimt dat sterke waarderingen constitutief, en daarmee onontkoombaar zijn voor menselijk handelen. Sterke waarderingen definiëren wat mensen waardevol vinden en constitueren hun commitments, ofwel identiteit. Door articulatie zijn mensen beter in staat wat waardevol voor hen is te realiseren. Omdat er volgens Taylor voor mensen reële constituerende waarden zijn, kan er onderscheid zijn tussen meer of minder verfijnde articulaties, waarbij een verfijnder articulatie ‘beter’ is en leidt tot een beter zelf-begrip. De morele dimensie volgt uit de volgens Taylor cruciale waarde dat iedereen erkenning verdient. In een conflictsituatie over sterke waarderingen betekent dit dat mensen verplicht zijn om zich in te leven in het perspectief van degene met wie zij een conflict hebben en open te reflecteren op de vraag of het perspectief van de ander aanleiding geeft tot een transformatie van het eigen zelf-begrip. Dit inleven in het perspectief van een ander kan begrepen worden als een proces van een fusie van horizonnen. 4.2 IRMC’s en de Articulatie-ethiek In deze sectie zal ik onderzoeken of met behulp van de Articulatie-ethiek die in paragraaf 4.1 op basis van het werk van Charles Taylor is gereconstrueerd, stabiele en rechtvaardige oplossingen voor IRMC’s kunnen worden onderscheiden. Aan de hand van een voorbeeld van een IRMC (paragraaf 4.2.1) zal ik laten zien dat de Articulatie-Ethiek een stabiele en rechtvaardige oplossing kán onderscheiden, maar dat dit afhangt van een ontwikkeling in het zelf-begrip dat partijen vanuit hun eigen perspectief hebben (paragraaf 4.2.2). Het doorslaggevende probleem voor Taylor is dat hij niet kan rechtvaardigen dat elke partij gecommitteerd moet zijn aan een ontwikkeling in het zelf-begrip (paragraaf 4.2.3).

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw