Thesis

Samenvatting 149 Samenvatting In 1995 bracht de overwinning van de Zuid-Afrikaanse Springbokken op het WK rugby de burgers van een sterk etnisch verdeeld land dichter bij elkaar. Deze overwinning wordt tot op de dag van vandaag beschouwd als een van de meest inspirerende voorbeelden van hoe sport als een krachtig interetnisch bindmiddel zou kunnen werken. Aangezien veel landen de afgelopen decennia aanzienlijk zijn gediversifieerd langs etnische lijnen, is de druk toegenomen om sport in te zetten om de sociale banden tussen burgers met verschillende etnische achtergronden te versterken. De georganiseerde sport oogt lijkt hier in het bijzonder voor geschikt. Via het lidmaatschap van sportverenigingen worden een verbazingwekkend aantal burgers met elkaar verbonden. Het ligt dan ook zeer voor de hand om te veronderstellen dat sportclubs ideale organisaties kunnen zijn voor interetnische verbinding. Hoewel sportclubs ongetwijfeld veel potentieel hebben om mensen dichter bij elkaar te brengen, suggereert eerder onderzoek dat etnische verschillen ook als een sociale scheidslijn kunnen fungeren. Niet alleen worden sporten soms op manieren geïnterpreteerd of gebruikt die etnische identiteiten versterken, maar sommige onderzoeken suggereren ook dat mensen over het algemeen de voorkeur lijken te geven aan verenigingen met leden die dezelfde etnische achtergrond hebben. Om beter te begrijpen hoe etnische achtergrond en lidmaatschap van sportclubs met elkaar samenhangen, richt dit proefschrift zich op de populairste georganiseerde sport van Nederland, het amateurvoetbal. Door ledengegevens van alle Nederlandse voetbalclubs in Nederland te combineren met gegevens over etnische achtergronden van burgers, is het voor het eerst mogelijk om de relatie tussen etnische achtergrond en clublidmaatschap kwantitatief te bestuderen. Daarom ligt aan dit proefschrift de volgende centrale onderzoeksvraag ten grondslag: Wat is de invloed van etnische achtergrond op het lidmaatschap van Nederlandse voetbalclubs? De centrale onderzoeksvraag van dit proefschrift is opgesplitst in vier subvragen. Voor de beantwoording van elke subvraag is kwantitatief empirisch

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw