Thesis

162 APPENDICES Delirium Observation Screening (DOS) schaal is een screeningsinstrument dat door een verpleegkundige in minder dan vijf minuten kan worden ingevuld. In hoofdstuk 6 wordt de nauwkeurigheid van de DOS als screeningsinstrument voor delier prospectief onderzocht bij in het ziekenhuis opgenomen patiënten (n = 187) met kanker in een vergevorderd stadium. De DOS werd vergeleken met de Delirium Rating Scale Revised 98 (DRS-R-98). De sensitiviteit en specificiteit van de DOS voor het herkennen van het delier bedroeg respectievelijk >99% en 99.5%. De negatief voorspellende waarde en de positief voorspellende waarde waren respectievelijk >99% en 94.6%. De DOS is dus een zeer accuraat en eenvoudig te hanteren screeningsinstrument voor delier in deze patiëntengroep. De interobserver variabiliteit werd niet bepaald. De gouden standaard bij delier diagnostiek is op dit moment nog het feilbare klinisch oordeel. Er bestaat behoefte aan biomarkers, die de diagnose delier met meer zekerheid ondersteunen. Toekomstig onderzoek kan ook baat hebben bij het opnemen van andere diagnostische modaliteiten zoals EEG, evenals analyse van genetische of epigenetische factoren. Een medicamenteuze behandeling van een delier wordt alleen gestart indien nietmedicamenteuze behandelingen van delier niet werkzaam zijn en/of in geval van symptomen, zoals agitatie en psychotische verschijnselen en uitsluitend na diagnostiek en behandeling van de uitlokkende en bijdragende factoren bij het ontstaan en onderhouden van deze symptomen. De beperkte wetenschappelijke onderbouwing in de literatuur over de behandeling van het delier heeft ertoe geleid dat standaard protocollen de medicamenteuze behandeling van het delier bepalen. Hierin is over het algemeen het typisch antipsychoticum haloperidol de eerste keuze. Atypische antipsychotica, zoals olanzapine, worden voorgeschreven als alternatief bij onvoldoende effect en/of bijwerkingen van haloperidol. In hoofdstuk 7 worden de resultaten beschreven van een multicenter, prospectief gerandomiseerd onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van olanzapine in vergelijking met haloperidol voor de behandeling van delier bij in het ziekenhuis opgenomen patiënten met vergevorderde kanker. Geconcludeerd kan worden dat olanzapine en haloperidol even effectief zijn bij de behandeling van delier in deze patiëntengroep. Bij het gebruik van olanzapine ontstond bij 10.2% van de patiënten (n = 5) matig tot ernstige bijwerkingen, met name sedatie. In de haloperidolgroep werd bij 20.4% van de patiënten (n = 10) matige tot ernstige bijwerkingen waargenomen, met name sedatie en extrapiramidale stoornissen. De studie werd beëindigd vanwege futiliteit; niet-medicamenteuze interventies waren niet gestandaardiseerd. Toekomstig placebogecontroleerd onderzoek is nodig naar de effectiviteit van geïndividualiseerde, multimodale interventies voor de behandeling van delier bij patiënten met vergevorderde kanker.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw