220 | Chapter 16 Categorieën van het WIE. Hierbij wordt onderscheiden vanuit welk perspectief het WAT moet worden geïnterpreteerd. De auteur van de tekst is altijd de respondent zelf, deze vertelt immers. De respondent kan echter fungeren als verteller van zijn eigen of andermans verhaal. Het wie richt zich dus op posities en rollen van actoren van het verhaal. Ten aanzien van de categorieën 23 t/m 26: het gaat hier om het ruimtelijk perspectief: vanuit welke positie spreekt de verteller. Woning’, ‘straat’ en ‘wijk’ kunnen gezien worden als schaalniveaus: de nabijheid van waar de respondenten het over hebben. Waarbinnen speelt het verhaal zich af? Ten aanzien van de categorieën 27, 28 en 29: het gaat hier om het relationele perspectief: presenteert de verteller zichzelf als de centrale figuur (primaire verteller), of als een naaste of een derde (secundaire verteller). Door de inbedding van taaluitingen in narratieve teksten ontstaan verschillende vertelniveaus. De verteller haalt immers anderen aan, die op hun beurt weer een ander kunnen citeren. Daarnaast is de identiteit van degene die spreekt van belang. Er zijn vertellers die niet alleen als verteller optreden, maar tevens zelf deel uitmaken van het verhaal; dat is zeker bij narratieve interviews het WAT Cat. Categorielabel De geïnterviewde spreekt over: Omschrijving 19 Zelfredzaamheid betreft de mate van (on-)afhankelijkheid van zorg, service, ondersteuning, begeleiding, of voorzieningen ten behoeve van beperkingen in het persoonlijke welbevinden. Bijvoorbeeld ondersteuning door mantelzorg, professionele zorg, een boodschappenservice, buurttaxi, strijkwasservice of een aanpassing van een woning of een rolstoel. Agency Zelfredzaamheid 20 Autonomie heeft betrekking op de ervaren mogelijkheden van mensen om eigen beslissingen in vrijheid te kunnen nemen (keuzevrijheid, zelfbeschikking). Autonomie 22 Alles wat door de geïnterviewde gezegd wordt, wat niet geplaatst kan worden in de hierboven genoemde categorieën Overig 21 Zingeving betekent het zoeken naar of toewijzen van zin, bedoeling of doel van of aan het leven, grote gebeurtenissen of activiteiten in het leven. Hieronder vallen ook uitspraken over levenshouding. Bijvoorbeeld praktiseren van een religie, lidmaatschap van een vrijwilligersorganisatie, coping van life events, levensmotto’s. Zingeving
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw