Thesis

236 NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING alternatieve afvoergangen die in de mond uitkomen, (compensatoire) toename van speekselvloed vanuit andere speekselklieren, of dat andere klinische variabelen het falen van de behandeling verklaren. Het tweede doel van deze studie is om een verklaring te vinden voor onsuccesvolle 2-DL of SMDR. Het cohort werd historisch geïdentificeerd waarbij patiënten met ernstig kwijlen die 2-DL of SMDR ondergingen waarvoor een her-interventie nodig was, geschikt waren voor de studie. Een referentie cohort werd gebruikt om te controleren voor klinische variabelen. Tien patiënten werden geïncludeerd, van wie zes mannen. Acht patiënten ondergingen een 2-DL, en 2 patiënten ondergingen een SMDR. Her-interventies waren: SMGE bij 7 patiënten en het afbinden van de afvoergang van de oorspeekselklier bij 3 patiënten. Eén patiënt onderging tertiaire chirurgie (ligatie van de ductus parotis na her-interventie in de vorm van een SMGE). Slechts bij drie patiënten was de her-interventie succesvol waarbij succes werd gedefinieerd als een vermindering van 50% van VAS en/of DQ van baseline tot 32 weken. Er werd geen verschil gevonden tussen de techniek van her-interventie (parotis duct ligatie of submandibulaire klier extirpatie). Er waren significant meer gevallen met ernstige tandheelkundige malocclusie (50% vs. 21%, P-waarde = 0,047) en zeer ernstige spraakstoornissen (80% vs. 42%, P-waarde = 0,042) in het huidige cohort in vergelijking met het referentiecohort. De terugval in kwijlen wordt hoogstwaarschijnlijk niet alleen veroorzaakt door alternatieve speekselwegen of chirurgisch falen van de primaire interventie omdat her-interventie (SMGE) niet leidde tot behandelsucces. Dysartrie en tandheelkundige malocclusie zouden de behandelingsuitkomsten negatief kunnen beïnvloeden, maar toekomstig onderzoek is nodig om de voorspellende waarde hiervan te bevestigen. Verder is het op basis van de bevindingen in deze studie niet mogelijk om compensatoire hypersalivatie na submandibulaire klierchirurgie uit te sluiten. Discussie en conclusie De meeste patiënten hebben goed effect van 2-DL in de vorm van het verlichten van de impact van het kwijlen op het dagelijks leven en verzorging, materiële schade en sociale interactie. Toch is er een zekere mate van recidief van kwijlen na 2-DL.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw