178 | Chapter 9 verschillen niet significant. De Incremental Cost-Effectiveness Ratio (het verschil in kosten tussen de interventie- en controlegroep gedeeld door het verschil in effecten tussen de In Balans- en controlegroep) gaf aan dat In Balans minder kost en effectiever is dan de gebruikelijke zorg wat betreft het voorkomen van vallen, voorkomen van valletsels en QALY’s. Wanneer de maatschappij bereid is om niet te investeren in het voorkomen van valletsels en gewonnen QALYs, is de kans dat het In Balans programma kosteneffectief is ten opzichte van de gebruikelijke zorg 98%. Op basis van de procesevaluatiestudie die wordt beschreven in Hoofdstuk 7 (zoals beschreven in het studieprotocol in Hoofdstuk 3), concludeerden we dat de vertaling van complexe valpreventieprogramma’s, zoals In Balans, van een onderzoekssetting naar de praktijk moeilijk is. Er ontbreekt inzicht in de factoren die succesvolle implementatie beïnvloeden. Daarom was het doel van deze studie het om een procesevaluatie uit te voeren bij In Balans deelnemers, therapeuten en andere belanghebbenden die betrokken zijn bij In Balans. Over het algemeen was 93% van de 104 deelnemers tevreden met het In Balans programma. Van de therapeuten zou 86% (n=12) de In Balans interventie aanbevelen aan ouderen met balans- of mobiliteitsproblemen, en dus een verhoogd valrisico. Met behulp van de kwalitatieve data identificeerden we zes thema’s die belangrijk zijn voor verdere en duurzame implementatie: (1) Het werven en motiveren van ouderen om deel te nemen, (2) De structuur en inhoud van het programma, (3) Bewustzijn, vertrouwen en fysieke effecten, (4) Training met gelijkgestemden, (5) Financiering en kosten, en (6) Borging van de interventie effecten. Deze procesevaluatie resulteerde in praktische aanbevelingen voor het optimaliseren en verder implementeren van het In Balans valpreventieprogramma en is ook generaliseerbaar naar andere valpreventieprogramma’s.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw