9 Nederlandse samenvatting | 177 component en fysieke oefeningen bevat. De fysieke oefeningen zijn gebaseerd op principes van Tai Chi en richten zich op balans en kracht. De controlegroep ontving algemene schriftelijke aanbevelingen voor fysieke activiteit. Primaire uitkomsten waren het aantal vallen en valgerelateerde letsels over een periode van 12 maanden follow-up. Secundaire uitkomsten bestonden uit fysieke maten, fysieke activiteit, zelfvertrouwen, gezondheidsstatus, kwaliteit van leven en maatschappelijke kosten. Er werd ook een procesevaluatie uitgevoerd, waarin we de mogelijkheden onderzochten voor verdere optimalisatie en implementatie van de In Balans interventie. Hoofdstuk 4 evalueerde de correlatie tussen de Short Physical Performance Battery (SPPB) en de hoeveelheid en kwaliteit van het lopen in het dagelijks leven, die werden gemeten met behulp van een accelerometer. Deze observationele, cross-sectionele studie gebruikte de baseline data van de studie die beschreven wordt in Hoofdstuk 3 en bevatte 229 zelfstandig wonende volwassenen van 65 jaar of ouder. We vonden dat alle correlaties tussen de SPPB en de loopkwaliteit- en kwantiteitsvariabelen laag waren (correlatiecoëfficiënt < 0,3). Een mogelijke verklaring is dat de SPPB voornamelijk een maat is voor fysieke capaciteit, terwijl de hoeveelheid en kwaliteit van het lopen in het dagelijks leven de werkelijke uitvoering in de praktijk weergeven. Aangezien deze maten verschillende aspecten van mobiliteit bevatten, zou het integreren van objectieve sensormetingen naast de SPPB aanvullende inzichten kunnen bieden en de algehele evaluatie van functionele status kunnen verbeteren. Hoofdstuk 5 evalueerde de effectiviteit van de In Balans valpreventie interventie vergeleken met gebruikelijke zorg over een follow-up periode van 12 maanden, zoals beschreven in het studieprotocol in Hoofdstuk 3. De deelnemers in de In Balans groep vielen gemiddeld 1,67 keer per jaar, terwijl dit in de controlegroep 1,98 was. Voor valgerelateerde letsels was dit respectievelijk 0,70 en 0,97. Deze verschillen waren echter niet statistisch significant. Ook voor balans, spierkracht, fysiek functioneren en emotioneel welzijn zagen we verbeteringen in de In Balans groep ten opzichte van de controlegroep, maar wederom waren de verschillen niet significant. De afwezigheid van significante verschillen kan worden verklaard door het feit dat het verschil in aantal vallen tussen de groepen kleiner was dan vooraf verwacht, waardoor de power van de studie te laag was. De grootste impact werd gezien tijdens de interventieperiode. Daarom zouden structurele follow-upprogramma’s de effectiviteit kunnen vergroten, wat in toekomstig onderzoek verder onderzocht zou moeten worden. In Hoofdstuk 6 onderzochten we de kosteneffectiviteit van de In Balans interventie vanuit een maatschappelijk perspectief, zoals beschreven in het studieprotocol in Hoofdstuk 3. Hoewel de In Balans groep lagere kosten had en meer Quality Adjusted Life Years (QALY’s, een maatstaf die de hoeveelheid en kwaliteit van leven combineert: één QALY staat voor één jaar leven in perfecte gezondheid) vergeleken met de gebruikelijke zorg groep, waren deze
RkJQdWJsaXNoZXIy MjY0ODMw